weblog
                    archief

 

31 december

Kale duinen

Nu heb ik de zon in mijn gezicht.

 

 

30 december

And above us only sky

 

30 december

Pimpelmezen, koolmezen, zwarte mezen, staartmezen

Het bos gaat over in ander bos, in heide, heide gaat over in akkerland, gaat over in bos. Op de hei grazen schapen, bontgekleurde stevige schapen met gespikkelde gezichten. Op de heide grazen runderen, rode, ik heb ze nog niet gezien. Ik zie wel roodborsten, koolmezen, mussen, vinken, pimpelmezen, zwarte mezen, staartmezen, en hoog in de lucht ganzen. Ik zag een onbekende grote rode vogel. Verte gaat over verte, ononderbroken. In een van die vertes zag ik een hert.

 

 

30 december

Ochtend

 

 

30 december

Vuurwerkvrij

Voor de slagboom naar de receptie stond een rij auto's met honden erin. Een vuurwerkvrij vakantiepark is een tijdelijke hond-mens samenleving. Ons huisje is aan de achterkant van het park, tegen het bos aan. In de strook groen aan de andere kant hangen vogeltjes rond. Ik heb vetbollen voor ze opgehangen.
Er wordt geknald - vuurwerk en carbid - maar niet heel dichtbij. Olli durft desondanks alleen 's ochtends naar buiten, maar dat is meer dan in Amsterdam rond deze tijd. En we maken 's ochtends vroeg de beste wandelingen van de afgelopen maanden. Hij heeft hier ook een lief vriendinnetje: Muis. Het doet hem goed om met een hond samen te zijn en deze hond is erg lief voor hem. Putih kijkt graag uit het raam. In onze slaapkamer woont een rode geribbelde mot, boven het bed hangt een ingelijste poster met Van Goghs zonnebloemen.

 

 

29 december

Weg

Ik ben de komende dagen ergens anders en ik weet niet of ik daar internet heb - ik zal schrijven, maar het verschijnt pas later. Doe voorzichtig met de jaarwisseling, help de dieren - voer woensdag en donderdag de vogels, steek geen vuurwerk af, houd je eigen huisdieren binnen of aan de lijn.

 

 

28 december

Dit was toch vooral het jaar dat Pika doodging

Op internet verschijnen soms foto's of filmpjes van honden die bij het graf van hun overleden baasje waken. Niet even, maar jarenlang. Ik begrijp dat gevoel heel goed. Pika heeft geen graf en ik heb verplichtingen. Maar in gedachten lig ik op dat graf. Ik heb weinig behoefte om ergens anders heen te gaan.
Als ik nadenk over het afgelopen jaar, denk ik: op 14 mei is Pika doodgegaan. Er zullen ook andere dingen gebeurd zijn, ik zou ze zelfs kunnen opnoemen.
Sinds Pika dood is, ben ik vaker kwaad. Ik was zelden kwaad en nu ben ik het soms, ik ben vaak geïrriteerd. Ik vind het niet zo erg, soms zelfs wel fijn. Ik reageer ook slechter op mijn mails. Normaal ben ik heel stipt, nu laat ik dingen soms liggen. Het maakt me niet uit. Ik huil nog steeds iedere dag. Ik denk nog steeds iedere dag in detail aan de dag dat ze dood ging, aan de dingen die ik anders had kunnen of moeten doen. Sinds een tijdje denk ik af en toe aan de mooie dingen, begin ik te begrijpen dat de liefde ook wat uitmaakt. Dat het uitmaakt om zoveel van iemand te houden, bedoel ik, ook al maakte ik daarin fouten.
Ik ben begonnen met schrijven aan een stuk over Pika; ik heb het weer weggelegd.
Iedereen heeft relaties die hem of haar definiëren, die bepalend zijn voor wat je doet, wie je bent, welke kant je op gaat. Behalve dat ik heel veel van Pika hield en dat ze de enige was die me kon troosten (met Putih), dat ze maakte dat ik me hier thuisvoelde (op deze planeet), dat ze bij alle dingen was, bij me was toen het nodig was, is onze relatie heel bepalend geweest voor het werk dat ik maak, voor hoe ik mezelf begrijp. Daarin is ze ook deel van me, van hoe mijn leven er uitziet. Ik had het nooit zo gekund of gedaan zonder haar. Ik ken niet zoveel personen die net als ik heel autonoom en heel loyaal zijn.
Ik heb de laatste tijd meer mensen gesproken over de dood van hun hond. Het is een stil verdriet, niet zo geaccepteerd als om dode mensen maar wel gevoeld. Dat maakt verder niet uit voor mijn gevoel. Het viel me alleen op.
Het blijft nieuw. Het gevoel en dat ze er niet meer is.
Ik zeg soms tegen mensen dat ik nu opnieuw moet leren om me thuis te voelen en ik denk dat daar wel iets in zit. Het lijkt alleen zo niet ter zake te doen. Want Pika is dood en ze komt niet meer terug.
Ze sprong zelf nog in de bakfiets, die ochtend, terwijl ze al zo'n buikpijn had. Ik zei dat we naar de dierenarts gingen en dat ze haar zouden helpen, dat het weer goed zou komen. Onderweg lag ze met haar hoofd op de rand en ik fietste zo snel als ik kon, ik aaide haar wel af en toe. We wisten allebei dat er iets echt mis was maar er was ook iets goed want we waren samen.

 

 

27 december

Just keep going

 

 

26 december

Contact

Vanochtend hadden Olli en ik een echt kerstmoment. Aan de overkant van de straat, op de hoek, zat een groep duiven. Ze scharrelden wat rond. Toen we de hoek van de straat naderden, vlogen ze op. Ze bleven even in de lucht hangen, als een vierkant, op hoofdhoogte, kwamen toen naar Olli en mij toe; alsof ze naar ons wilden of alsof ze wilden zijn waar wij waren en onze aanwezigheid geen probleem vonden. Ze landden om ons heen, wij liepen door. Verderop in de straat startte een auto, los daarvan was het stil.

 

 

25 december

Kleine rode ogen

'Wat is het snel afgelopen,' zegt mijn moeder. Ze zet me af aan de achterkant van het station. Ik zwaai vanaf de loopburg naar beneden, zie haar daarna keren en wegrijden. Onderaan de trap staan twee conducteurs te roken. Ik wens ze een prettige avond, omdat het er de avond naar is en omdat ze naar me kijken. Mijn jas is open, ik heb het niet koud.
Ik ga in de trein zitten. Bij de Burger King aan de overkant van het perron zitten mensen te eten. Misschien hebben ze gewerkt, of geborreld. Ze lijken treurig, door het licht en het feit dat ze bij de Burger King zitten maar zijn dat waarschijnlijk niet. Sommigen lachen. Naast me leest een jongen een boek. Hij drinkt er bier bij. Aan zijn wijsvinger heeft hij een grote zilveren ring. Een paar stoelen voor me zit iemand die ik ken van de middelbare school. Ze heeft een kind bij zich, haar kind, het kind is al groot, ik denk zeker een jaar of acht.
Door mijn reflectie in het raam zie ik ineens de lichtjes aan de horizon.
Ik raak nu pas een beetje gewend aan de volgorde: seizoenen, verjaardag, feestdagen.
Naast ons rijdt een bijna lege trein, er staat op dat hij naar Nijmegen gaat. In de eerste klas zit een echtpaar dat zich niet bewust is van de trein naast zich. Ze buigen af naar links, de lichtjes achterop de trein zijn kleine rode ogen. Het kind van degene die ik ken (misschien werkte ze in een kroeg - ze werkte ergens) lacht.
Op Sloterdijk loopt een meisje met een kerstmuts.
Na Sloterdijk (fel blauw en groen licht) is het buiten leeg, stil voor de stad. Lichtjes drijven op het water. Ik heb een soort spierpijn.
Voor het station staan lege treinen met het licht aan. De trein waar wij in zitten versnelt, iedereen wil naar huis, misschien gaat de machinist helemaal nog niet naar huis.
Het is veel rustiger buiten dan eerder op de avond. Wat het dan ook was waar de mensen zo opgewonden over waren is afgelopen of aan de gang. De tram stopt bijna nergens.

 

 

24 december

Chocoladetaart

Tip.

 

 

23 december

Sneeuwvlok en ster

Kerst 1987

 

 

22 december

Vraag

(uit: De dingen waar we het over hadden kunnen hebben als we meer tijd gehad hadden)

A Je hebt er zelf om gevraagd.
B Ik heb nooit ergens om gevraagd en zeker niet daarom. Ik zou nooit om zoiets vragen.
A Ik weet het zeker. Ik was er ook bij.
B Wat vroeg ik dan?
A Dat weet je zelf het best.
B Ik vroeg alleen hoe laat het was. Verder vroeg ik niks. Helemaal niks.
A Je liegt.
B Waarom zou ik liegen? Waarom denk jij dat ik ergens om gevraagd heb?
A Ik denk niets. Ik weet het zeker.
B Misschien vroeg je zelf wel ergens om en schuif je het nu in mijn schoenen.
A Je kunt zeggen wat je wil maar dat verandert niet dat jij erom gevraagd hebt.
B Stel dat ik erom gevraagd zou hebben. Dan nog zou ik het niet menen. Je begrijpt dat iemand die zichzelf enige waarde toekent nooit om zoiets zou vragen.
A Daarom vond ik het ook zo vreemd. Maar je vroeg er zelf om.
B Dus als iemand dat zou vragen dan zou ik denken: niemand wil zoiets. Ik vraag door, en dan zou diegene inderdaad beseffen dat ze het niet wil en dan zou het ook afgelopen zijn, dan zou het ook nooit gebeurd zijn.
A Ik weet niet waar je naar toe wil. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat jij vraagt.
B Maar ik vroeg het niet. Ik zou het nooit vragen. Ik probeer alleen duidelijk te maken waarom ik het niet gevraagd heb, waarom ik zoiets nooit zou vragen, waarom niemand ooit om zoiets zou vragen.
A Jij bent niemand niet.
B Iemand dus.
A Wil je nog wat drinken?
B Ik wil dat je naar me luistert. Ik deed het niet. Ik was niet degene die ergens om vroeg.
A Verder was er niemand. Alleen jij en ik. Het gaat tussen ons. Jij vroeg het, ik gaf het. Dat kun je mij niet kwalijk nemen.
B Jij bent veel sterker.
A Dat kun je me ook niet kwalijk nemen.
B Je verdraait de feiten.
A Ik ben zo eerlijk als een hond.
B Ik wilde het niet. Ik vroeg er niet om. Ik zou er nooit om vragen. Ik houd erover op want dit heeft geen nut. Ik ga naar huis.
A Kusje.
B Nee, geen kusje.
A Ach, je blijft toch waar je bent.

 

 

21 december

Zoeken

(uit: De dingen waar we het over hadden kunnen hebben als we meer tijd gehad hadden)

A Ik kan wel blijven zoeken.
B Wat zoek je?
A Dat is een goede vraag.
B Ik zou je kunnen helpen.
A Dat kan niet, ik moet het zelf doen.
B Laat je me het weten als je het gevonden hebt?
A Misschien.
B Ik vind dit een onbevredigend gesprek. Ik heb geen idee waar we over praten.
A Je moet het loslaten.
B Maar ik moet al zoveel loslaten: wanneer de renovatie van de brug afgelopen is, wat er in de aanbieding is in de supermarkt, of het ooit terecht komt.
A Er zijn ook dingen die je zelf bepaalt.
B Ik ben net zo goed een speelbal van mijn eigen verlangens.
A Mooi woord, speelbal.
B Niet dat ik met me laat sollen.
A Ik zou wel een speelbal willen opgooien.
B Ik houd je niet tegen.
A Ik weet niet hoe ik het zou moeten doen.
B We zouden onszelf opnieuw kunnen uitvinden.
A Ik weet niet of ik anders wil zijn. Ik begin net een beetje aan mezelf gewend te raken.
B Ik zou graag iemand anders zijn. Een vuilnisman of een stadsvogel, iemand die veel beweging krijgt, die de hele dag in touw is en iedere avond moe maar voldaan gaat slapen.
A Waar slapen stadsvogels?
B In bomen, onder daken, in lege gebouwen.
A Dat klinkt prettig. Ik zou ook wel willen slapen in de nok van een leegstaand gebouw.
B Ik zou een vuilnisman zijn die grapjes maakt met de mensen op straat. Ik zou ook conducteur willen zijn in de tram en dan grapjes maken, ik zou iedereen vrolijk maken met mijn grapjes, zelfs de meest zure mensen.
A Dan zou ik altijd jouw tram nemen.
B Maar die gaat misschien niet altijd de goede kant op.
A Ik hoef ook niet altijd de goede kant op.
B Heb je al gevonden wat je zocht?
A Ik zei dat je het los moest laten.
B Ik wil jou wel vinden maar ik weet niet hoe ik naar je moet zoeken.
A Je vindt toch vooral waar je niet naar zoekt.
B Het zoeken is ook iets waard.
A Misschien is dat de reden.
B De reden waarvan?
A Van het maken van een nest in een oud gebouw of in een boom. Van het gesprek dat we voeren. Van de grapjes van de conducteur.
B We zijn er bijna, hè.
A We zijn er nu echt bijna.

 

 

20 december

Mogelijkheden

Een andere buurvrouw zegt alleen nog 'ja' en 'mooi'.

 

 

19 december

Doedoei

De vrouw met de doorrookte stem van een paar huizen verderop heeft een man met een doorrookte stem gevonden. Nu roepen ze iedere ochtend met hun doorrookte stemmen 'doedoei' tegen elkaar.

 

 

19 december

Twee huizen

Ik droomde dat er twee huizen waren. Het ene huis bestond uit zes kamers, het andere huis bestond uit een kamer. Ik was in het huis met een kamer (of eigenlijk stond ik op de drempel) en ik vertelde over het huis met zes kamers, dat ik het spookhuis noemde. De kamer in het huis met een kamer was tegelijk binnen en buiten. Er groeiden bomen, maar er stonden ook meubels (van rond 1900). Er waren muren (heel hoge muren, de bomen waren ook heel hoog), maar buiten die muren was niks: het huis was tegelijkertijd de hele wereld en een kamer (het plafond was de hemel en een plafond). Dat gold ook voor het huis met zes kamers. Dat was weliswaar groter, maar ook tegelijk binnen en buiten, en de hele wereld. Er waren dus in totaal twee werelden. In het huis met zes kamers bevonden de zes kamers zich tegelijkertijd op dezelfde plek hoewel het zes verschillende kamers waren. Ik herinner me alleen de eerste, waarin het regende en geesten aanwezig waren. Veel bomen en veel geesten. Misschien noemde ik het daarom het spookhuis. Van de rode kamer, waarin de zon opkwam, zag ik alleen het begin. In het huis met een kamer was nog een kamer (een soort caravan) waarin een man zat die me bekeek. Hoewel ik het eng vond werd ik er niet bang van, ik wist dat het erbij hoorde.

 

 

18 december

Duif

Vandaag kwam ik tijdens het collecteren (voor de Dierenambulance) een sjofele man tegen in een blauwe regenjas. Ik vroeg hem of hij wat over had voor de dieren, en hij gaf een centje. 'Dan krijgt u van mij een foto,' zei hij, en hij gaf me deze lieve kleine tekening (pastelkrijt, de kleuren zijn in het echt mooier):

tekening door Ruud Smit

'Ik hou van alle dieren,' zei hij.

 

 

17 december

Van straathond naar fashion icon

Olli in zijn nieuwe Bas Kosters (met opgeschoren achterbeentje om het af te maken).

 

 

16 december

Welke kleur is het?

De klok geeft de hexidecimale kleurcode aan.

 

 

16 december

Sneeuwtekeningen

Hier.

 

 

15 december

Stijl

Advanced Style is een weblog over oudere vrouwen die er goed uitzien en een mooie eigen stijl hebben. Het is een goed tegenwicht tegen de modewetten die dicteren dat alles jong en glad en hetzelfde moet zijn. Het blog wordt gemaakt door Ari Seth Cohen, die een tijdje terug in Amsterdam was omdat zijn documentaire op IDFA te zien was. Mijn moeder en haar vriendin Anne Marie hebben hem ontmoet en hij was (terecht) direct onder de indruk. Hij heeft ze gefotografeerd, en dat is nu op het blog te zien: klik hier.

 

 

15 december

Wat links naar veganistische kerstrecepten omdat gemak de mens dient

Jamie Oliver
Oh she glows
Diervriendelijke kerst
Veganistisch koken
Vegetus
(En google is je vriend naar veel meer recepten.)

 

 

15 december

In de trein van licht naar donker

Het schemerde en de schapen leken geen benen meer te hebben: ze waren zwevende witte vachten geworden, stille lichte vlekken tegen de avondlucht; ze konden vliegen.

 

 

14 december

Onderkerst

De kerstaflevering van Dennis Gaens' audiozine Ondercast - Onderkerst, met daarin kerstverhalen en een liedje van mij - staat online en wel hier. Veel kerstluisterplezier!

 

 

14 december

Blokjes

1. Uit een voordeur kwam een man met een handdoekje in zijn nek. Het regende en ik vroeg me af of het expres was. Hij keek kwaad, dus ik zei er niks over. Op de hoek van de straat zag hij zichzelf in de ruit van de keukenwinkel, hij maakte een sprongetje van schrik. Hij pakte het handdoekje en frommelde het in zijn zak, liep zo onopvallend mogelijk verder.
2. Paco de buurhond blaft als de postbode komt maar als ik, een vreemde, de voordeur open doe, blijft hij stil. Hij geeft me kusjes en zoekt in mijn jaszak naar eten. Zo goed kennen we elkaar nou ook weer niet. Paco heeft heel mooie bruine ogen.
3. Olli en ik kunnen weer een kwartiertje per keer lopen. We doorkruisen de buurt, gaan steeds een blokje verder. Het is saai. Ik zie uit naar het moment dat ik niet steeds meer 'nee' tegen hem hoef te zeggen.
4. Voor de ruit van een winkelpand waar posters van koeien, lippen en Marilyn Monroe op canvas hangen staan een jongen en een meisje. De jongen rookt. Ze kijken naar de posters. 'Die is ook mooi,' zegt het meisje. De jongen knikt. Ik denk dat ze net samenwonen. Er is een markt voor allerlei dingen.
5. In de tapijtwinkel is een nieuwe winkel gekomen met lokale producten die voor een te hoge prijs verkocht worden aan witte mensen die dure kleren dragen. 's Ochtends hangen ze de vlaggen buiten. De winkel is iedere dag open.
6. Voor het restaurant met de tweedehands meubels zitten twee meisjes. Ze drinken koffie verkeerd. Misschien zitten ze nog op de middelbare school, misschien net niet meer. Ze kijken boos als Olli te dicht langs ze loopt.
7. De man van de copyshop zit op een hoge kruk achter zijn kassa. Misschien wacht hij op klanten. Ik zie er nooit iemand binnen.
8. Bij het restaurant waar blinde mensen werken staat altijd los vuilnis op straat. Ze maken er echt een bende van.

 

 

13 december

Vroege avond

Ik fietste door een lange straat die halverwege van naam veranderde. Dat was goed, het was de bedoeling, in lijn met de kaart die ik in mijn hoofd had. Ik fietste langs twee parken, harder dan anderen, het was druk, ik was voorzichtig. Ik kende de straat niet, tenminste niet waar ik nu fietste - zo ver was ik nog niet geweest. Ik haalde alle auto's in. Het werd steeds donkerder. Minder huizen, minder mensen, het geluid van eenden, een begraafplaats. Voor het viaduct ging ik naar links. Het was niet eens zo ver. Twintig minuten fietsen lijkt verder dan het is. Ik vroeg de weg aan een mevrouw op een driewieler, ik was er al bijna.
Op de terugweg kwam ik langs een bedrijf dat kerstverlichting verkocht. Aan een boom hingen slangen waarin lichtjes naar beneden gleden, als sneeuw of ijspegels. Het leek alsof de kerstverlichtingverkoper dat een heel mooi effect vond, het had een ereplaats. Voor me zei een moeder haar dochter haar hand uit te steken, ze namen het hele fietspad in beslag. Ik vond het fijn om even achter ze te fietsen, naar ze te kijken. Terug leek de weg minder lang omdat ik hem kende en omdat ik nu naar het licht terug fietste. Het werd ook steeds drukker, ik moest weer beter opletten.

 

 

12 december

Voor de puzzelaars onder u

De AIVD kerstpuzzel van dit jaar staat online. Even de hersentjes laten kraken onder de kerstboom.

 

 

11 december

Station Voorburg

 

 

10 december

Metafoor

Er is regelmatig onduidelijkheid over wat een metafoor is. Een metafoor is een stijlfiguur, vindt plaats in de taal, vergelijkt iets met iets anders in de hoop daarmee iets duidelijk te maken. Dat 'iets' kan gaan over inhoud, vorm of structuur; een goedgekozen metafoor werpt nieuw/ander licht op de zaak. Je zegt met een metafoor niet dat iets precies gelijk is als iets anders (dat kan ook helemaal niet), maar dat het, of een deel ervan, op iets anders lijkt. Taal als geheel is natuurlijk ook een metafoor; de relatie tussen taal en werkelijkheid is niet een op een. Maar daarover een andere keer meer.

 

 

9 december

Over Tommy

Op 4 december oordeelde het Hooggerechtshof van New York dat chimpansee Tommy geen persoon is (lees de uitspraak hier) en dus op die basis geen recht heeft op vrijheid. Advocaat Steven Wise had met zijn nonhuman rights project een zaak aangespannen omdat Tommy door zijn eigenaren in een klein kamertje gehouden wordt, zonder soortgenoten, met alleen een televisie en een radio, en Wise dit ziet als een aantasting van zijn fundamentele rechten. Chimpansees lijken erg op mensen. Ze hebben cultuur, taal (ze kunnen ook menselijke taal leren in de vorm van gebaren of symbolen - ze hebben een beter geheugen dan mensen), een narratieve identiteit, en ga zo maar door. Op basis van eigenschappen redenerend is er geen enkele grond om te betogen dat Tommy geen persoon is. Bovendien zijn er ook allerlei mensen die bepaalde cognitieve eigenschappen tijdelijk of permanent niet hebben (zwaar verstandelijk gehandicapte mensen, kinderen, mensen met bepaalde psychische aandoeningen), en die we toch als personen zien. Omdat chimpansees en andere mensapen hetzelfde belang hebben bij bepaalde rechten, zoals het recht op leven, vrijheid en niet mishandeld te worden, zouden ze die ook moeten krijgen. Het argument van Wise is dus niet dat we chimpansees simpelweg beter moeten behandelen. Hij vindt dat ze gelijke rechten moeten krijgen, omdat ze zo op mensen lijken. Daarmee levert hij kritiek op een rechtsysteem dat gelijkheid hoog in het vaandel heeft maar bepaalde groepen uitsluit op basis van soort, zoals dat vroeger gebeurde op basis van ras of gender. De volgende stap zou zijn om dit soort rechten ook aan andere dieren toe te kennen.
Nu is er filosofisch van alles aan te merken op het toekennen van rechten op basis van gelijkheid - rechten gaan ook juist over de bescherming van wie anders is, een het uitbreiden van een systeem dat per definitie uitsluit is misschien onhandig. Wise vindt het hierin belangrijk Tommy als persoon aan te merken en dat voegt een extra symbolische laag toe, waar veel mensen het moeilijk mee hebben (terwijl bijvoorbeeld bedrijven ook rechtspersonen kunnen zijn). Maar Wise wijst ten eerste op een grote onrechtvaardigheid - uitsluiting van dieren, als een vorm van discriminatie - en ten tweede gebruikt hij het instrument dat we nu hebben - rechten in de liberale democratie - en dat is een heel verdedigbaar beginpunt.
Het nonhuman rights project gaat verder in beroep, laten we hopen dat ze daar handelen op basis van gelijkheid, vrijheid en democratie.

 

 

8 december

Fiets

Gisterochtend zag ik een fiets gestolen worden maar ik begreep het net pas. Ik liep om een uur of zeven met Olli door de steeg tegenover mijn huis. Bij het fietsenrek zat een man op zijn knieën - donkere nette jas, blond, licht krullend haar tot in zijn nek, knap, type internetondernemer. Hij draaide (nadat hij me zag) aan het wiel, alsof hij het licht testte, en dat vond ik verdacht. Tegelijkertijd werd er in de buurt vuurwerk afgestoken (het is hier in de buurt alweer een week feest; in het donker kunnen we al niet meer wandelen) en Olli schrok, waardoor ik mijn aandacht op hem moest richten. Ik keek toen we de hoek om liepen nog om maar de man zat in een hoek die ik niet meer kon zien. Net zag ik een kapot slot liggen, en herinnerde ik me dat slot in de handen van die man. Misschien was hij alleen zijn sleuteltje kwijt, maar de manier waarop hij keek en aan het wiel draaide - niks aan de hand - zei iets anders. Ik zal morgen aan het fietsenmannetje vragen of het een van zijn fietsen was, ondertussen let ik op of ik de man ergens zie. Wat ik dan doe weet ik niet. Maar ik hou het in de gaten.

 

 

7 december

Kennismaken met meditatie

 

 

6 december

Feestdagen

Het is weer december, voor veel mensen een fijne tijd met warmte en feest, lekker eten en goed gezelschap. Er zijn echter ook wezens voor wie dit, net als de rest van het jaar, een minder fijne tijd is. De koeien, konijnen, kippen, varkens en andere dieren die in de vee-industrie gefokt en uitgebuit worden voor eieren, melkproducten en vlees. Deze dieren ervaren net als wij pijn, plezier en verdriet; ze hebben net als wij maar een leven, dat voor hen het belangrijkst is.
Zoals de laatste tijd weer in het nieuws te zien was, leven de meeste van de meer dan honderd miljoen kippen in Nederland in dichte stallen, met zijn allen op een kluitje (ongeveer 1 A4tje per kip, hun hele leven lang). Hun snavels worden afgeknipt omdat ze elkaar anders kapot pikken (omdat ze veel te weinig ruimte hebben). Haantjes worden na de geboorte gedood (versnipperd, vanaf een lopende band), die zijn het beste af. Vleeskuikens (ja, die goedkope kip die je laatst bij Albert Heijn kocht) worden in 40 dagen vetgemest tot een kip van 2,2 kilo en dan doodgemaakt. Legkippen leven nog steeds grotendeels in kooien. Tot ze gevangen en aan hun poten opgehangen worden om doodgemaakt te worden, regelmatig zonder verdoving, waarbij ze botbreuken oplopen. Ook worden ze vaak nog levend geplukt. (Kuikens kunnen beter rekenen dan mensenbaby's.)
Koeien worden verkracht (door machines of mensen), hun kinderen worden ze direct na de geboorte afgenomen (iets wat ze heel goed begrijpen), zodat ze maar melk blijven geven. Stierkalfjes worden in eenzame afzondering vetgemest en doodgemaakt. De koetjes gaan het voorbeeld van hun moeder achterna. Na een leven van gemolken worden, worden ze geslacht, met alle ellende van dien.
Konijnen - kerstmaaltijd bij uitstek - zijn tegenwoordig een van de meest mishandelde soorten. Ze leven in kleine kooien, degenen die dood gaan liggen tussen de levenden, ze brengen hun hele leven door op gaas, zonder stro.
Voor andere soorten gelden dezelfde verhalen. Varkens zijn slimmer dan honden en peuters en worden op de meest walgelijke manieren gehouden. Vissen hebben gevoel, gebruiken gereedschap, hebben vriendschappen en een sociale structuur. En ga zo maar door. De biologische veehouderij is soms beter, soms niet, daar zijn ook misstanden, dieren worden ook vervoerd en geslacht. Als je zo nodig moet dan moet je daarvoor kiezen, maar weet dat je nog steeds medeplichtig bent aan hun leed.
Het is niet nodig om dierlijke producten te gebruiken. Sommige onderzoeken laten zelfs zien dat het gezonder is om veganist te zijn, dat je minder kans hebt op kanker of hart- en vaatziekten, maar je gezondheid hangt natuurlijk samen met een gevarieerde voeding. Als je de hele tijd alleen patat en pure chocolade eet zul je geen gezonde veganist zijn. Je kunt wel prima zonder dierlijke producten, daar is afdoende onderzoek naar gedaan (ook voor kinderen; vlees is nu natuurlijk met alle antibiotica een risico, zeker voor de kleintjes). Dierziektes zijn een gevolg van de intensieve veehouderij en een gevaar voor de gezondheid van mensen. Er kan ook een vogelgriep uitbreken die wel mensen in gevaar brengt. Vegetarisch of veganistisch eten is ook niet duurder. Het is niet minder lekker, je moet er alleen aan wennen.
Ik doe nu een jaar of acht onderzoek naar deze dingen en het is, helaas, veel erger dan ik dacht. Mensen vallen over Holocaust vergelijkingen, maar dit is veel erger dan de Holocaust, tenminste kwantitatief (er worden per dag meer dan een miljoen dieren geslacht in Nederland), en de vee-industrie groeit wereldwijd alleen maar enorm (er worden nu jaarlijks 56 miljard dieren gedood (nog zonder vissen)).
Het is makkelijk om moreel te handelen jegens degenen die op je lijken. Om je in hun leven en lijden te verplaatsen, om rekening te houden met degenen die al in de wet en in onze praktijken als belangrijk gezien worden. Maar moraliteit, het zijn van een goed mens, gaat ook, of juist, over hoe je je gedraagt tegenover degenen die anders zijn. Die homo zijn, of niet wit zijn, of dier zijn.
Als je dieren eet of dierlijke producten gebruikt moet je een keer naar een slachthuis gaan om met eigen ogen te zien hoe bang ze zijn, hoeveel pijn ze hebben, om te horen hoe ze gillen als ze gedood worden. Je kunt ook naar de documentaire Earthlings kijken, waar ik van de week al naar verwees.
Wees geen psychopaat. Denk voor jezelf, wees kritisch. Slavernij en nazisme konden ook bestaan en groeien omdat mensen elkaar volgden en niet voor zichzelf dachten. Je hoeft niet van dieren te houden of 'iets met ze te hebben' om ze netjes te behandelen. Stop met het eten van dieren. Het maakt uit (al maakt het maar voor 1 dier uit). Hoe minder vlees er gegeten wordt, hoe minder er geproduceerd wordt. Hoe meer vleesvervangers er gegeten worden, hoe meer mensen zich op die markt storten. Dat is een kwestie van vraag en aanbod. Minder vlees eten helpt al, minder melk en eieren gebruiken. Doe het in stappen. Op internet staan allemaal leuke sites en recepten die je op ideeën kunnen brengen als je het lastig vindt. Praat hierover met anderen, spreek ze aan op wat ze eten.
Andere dieren zijn net als wij. Ze willen ook gewoon een fijn leven, zonder voortdurende pijn en angst, met de mogelijkheid relaties aan te gaan met anderen, ergens te wonen, te spelen, lief te hebben. Zij hebben ook maar een leven. Wij zijn geen god, we hebben niet het recht ze zo te mishandelen.

 

 

5 december

Pootjes

 

 

4 december

Toppie

Halbe Zijlstra is vorig jaar en dit jaar lekker naar de Toppers geweest. De rest van de lijst is ook best de moeite waard.

 

 

4 december

Later

Over een paar honderd jaar kijken ze terug op deze tijd en vinden ze alles wat wij doen heel ouderwets. Auto's, computers, ziektes. Soms vind ik al die dingen nu al zo ouderwets.

 

 

3 december

Omdat ik er een beetje klaar mee ben

Als kunstenaar/schrijver/filosoof/singer-songwriter heb ik veel te maken met programmeurs, organisatoren, uitgeverijen, journalisten, enzovoort. In een groot deel van de gevallen gaat de communicatie niet vanzelf en soms word ik zuiver als middel behandeld en niet als doel op zich, in Kants formulering. Een aantal voorbeelden:
- PR mensen en journalisten met wie ik de afspraak heb dat ze wat ze schrijven toesturen ter controle voor publicatie en die dat a) niet doen of b) wel doen maar niks met mijn opmerkingen doen (waarom stuur je het dan toe? mijn tijd is kostbaar). Een subcategorie is het verkeerd weergeven van ideeën. Als je niet begrijpt wat ik zeg, vraag het dan even na of laat het eruit. Het is vervelend om denkbeelden toegedicht te krijgen die ik niet heb. Een andere subcategorie is ongevraagd lelijke foto's gebruiken terwijl we daar een andere afspraak over hebben.
- Uitgevers die ideeën jatten en er een andere schrijver bij zoeken (ik mailde mijn redacteur bij een grote uitgeverij in 2010 een plan voor een veganistisch handboek, dat ze op dat moment niet wilden, maar toen veganisme populairder werd hebben ze er iemand anders voor gevraagd).
- Ongevraagd advies. Bij optredens staat er altijd wel een man te wachten die denkt dat ik als vrouw behoefte heb aan tips wat betreft mijn stem, podiumpresentatie, instrumentatie, inhoud. Dat is seksistisch en patroniserend en bovendien vermoeiend.
- Hoogmoedswaanzin. Veel organisatoren denken dat zij en/of de avond die ze organiseren het centrum van het universum zijn. Dat is niet zo. Er hoeven geen 100 mails over en weer. En het is geen gunst om mij te vragen. Pleur op. Je nodigt iemand uit omdat je haar of zijn werk goed vindt, dat is een zakelijke overeenkomst en de gast hoeft niet dankbaar te zijn.
- Ego versus inhoud. Het gaat niet om jou, niet eens om mij maar om het werk.
- Mensen die niet doen wat ze beloven. Afgelopen maart stond er een koffer van mij op een festival. Ik had die afgeleverd met instructies, maar ze hadden het totaal anders gedaan en er iets heel lelijks van gemaakt. Mijn naam stond er echter wel bij. Dat kan niet.
- Slordigheid. Lees je even in voor je me uitnodigt/aankondigt en zorg dat je de juiste Eva Meijer hebt qua website. Ik woon niet in Eindhoven, ben niet geboren in 1965 en fotografeer geen bananen.
- Slordigheid II. Mensen bij podia/stichtingen etc. hebben vaak een baan/vast inkomen en begrijpen niet dat op tijd uitbetalen echt relevant is in verband met de huur en het levensonderhoud.
- Slordigheid III. Zorg dat er op de afgesproken tijd iemand is om mij te ontvangen en de weg te wijzen, als het om muziek gaat: aan de geluidsmens voor te stellen (zorg dat er iemand is om het geluid te doen), de avond nog even door te spreken en te vragen of er nog vragen zijn. Dat is echt wel het minimale.
- Voor niks gaat de zon op. Soms doe ik optredens voor weinig of niets, bijvoorbeeld als het voor het goede doel is of om met iets nieuws ervaring op te doen. Zorg dan dat je dingen extra goed regelt en goed promotie maakt. Buit het niet uit.
- Nalatigheid. Ik ontving de afgelopen tijd wat uitnodigingen van boekhandels (en een kunstbeurs) die gratis een muziekoptreden wilden hebben (dat doe ik dus niet omdat ik al 20 jaar singer-songwriter ben en de markt niet wil verzieken) en die dan niet terugmailen als ik doorgeef dat ik daarvoor betaald wil worden. Het is geen hobby hè. Ik verdien mijn geld met mijn werk. Net als jij.
Deze lijst is niet volledig. Het gaat soms ook wel goed. Zo had ik in de afgelopen tijd o.a. goede ervaringen bij boekhandels Savannah Bay in Utrecht en Post Scriptum in Schiedam. Kijk, het is mijn werk om goed werk te maken, en ik ben blij met mensen die aandacht aan mij en mijn werk besteden, in wat voor vorm dan ook. Maar dat betekent niet dat basisprincipes van fatsoen en respect niet gelden.

 

 

3 december

Stad

Soms lijkt het alsof er eigenlijk maar een stad is (zeker 's avonds) waar we altijd terecht komen, met dan weer trams, dan weer bussen, met regen of zon, winter of zomer, een haven of een rond plein met spelende kinderen, een halve maan, katten, daklozen, groepen toeristen, nieuwbouw of stenen die er lagen lang voor jij geboren werd en die er zullen blijven liggen als jij weg bent.

 

 

2 december

Roze

Vorige week verscheen de Wetenschapsvisie 2025 van het Ministerie van OCW. Op de tweede pagina van het boekje stonden allemaal foto's van belangrijke wetenschappers. Deze wetenschappers waren niet alleen belangrijk, ook allen man. Vrouwen in de wetenschap reageerden terecht verontwaardigd - ik heb er ook over getwitterd. Zoiets houdt stereotype beeldvorming in stand en dat heeft weer invloed op de positie van vrouwen in de wetenschap (die in Nederland al niet al te best is). Nu hebben een aantal vrouwelijke wetenschappers een commentaar gemaakt, zie hier; een pagina die lijkt op de pagina met foto's van mannen maar dan met vrouwelijke wetenschappers, en niet in het blauw zoals de mannen maar in het roze. Roze. Maar roze voor vrouwen gebruiken is natuurlijk net zo goed seksistisch - misschien is het ironie, maar dat las ik nergens. Daar komt bij dat het een tegenstelling veronderstelt tussen mannen en vrouwen en dat denken is juist de oorzaak van de problemen. En tenslotte zijn alle vrouwen wit. Als je uitsluiting aankaart is het best een idee om dat niet alleen van je eigen groep te doen, anders kunnen we tot in het oneindige door blijven photoshoppen.

 

 

2 december

Kastanjes

Het fietsenmannetje is terug. Hij was een paar maanden in Spanje, waar hij vandaan komt. Ik vroeg hem waar precies, ergens in het noorden, in de buurt van Santiago de Compostella. We bespraken de bedevaart. Voor hij wegging vertelde hij dat hij kastanjebomen had en dat zijn terugkeer af zou hangen van hoeveel kastanjes er dit jaar waren. Het was waarschijnlijk een goed jaar voor kastanjes. Zijn vrouw was er in oktober weer, hij nu pas.

 

 

1 december

Zo een met een schild

Bij de tramhalte ontmoet ik een vrouw die me niet aankijkt. Ze zegt dat ze geen dieren meer wil omdat ze eerder doodgaan dan zij. Hooguit een papegaai, of zo een met een schild. 'Een schildpad,' zeg ik. 'Een schildpad,' zegt ze.