31 januari Sterrenmunt In de supermarkt zag ik sterrenmunt thee staan. Dat ze dat nog verkopen, dacht ik, en ik gooide een pakje in mijn mandje. Ik vind het fijn om soms dingen van vroeger te eten en te drinken om verschillende tijdslagen met elkaar te verbinden (verschillende lagen tijd, niet slagen tijd). We dronken vroeger eerst altijd gewone (zwarte) thee (in het begin met melk en suiker), daarna kwam thee met smaakjes (aardbei, bosvruchten - ik had een eigen theepot in de vorm van een aardbei en daaruit dronk ik aan het eind van de lagere school thee met vriendinnen op mijn kamer. Ik had ook een eigen telefoon waarmee ik veel belde, die was doorzichtig, je kon in het toestel de draden zien lopen, een heel mooie telefoon was het), daarna kwamen rooibos en sterrenmunt. Pas daarna kwam de groene thee en verschillende soorten kruidenthee. Rooibos en sterrenmunt kwamen (in Hoorn) begin jaren negentig op. Ik hield meer van rooibos en mijn zusje meer van sterrenmunt. Zo was het met alles, ik hield van het een en zij van het ander (Madonna, Michael Jackson; paarden, archeologie; gitaar, piano). We dronken thee aan het eind van de middag, als we uit school kwamen, en 's avonds rond een uur of halfacht, soms acht uur. We aten er soms een koekje bij. Biscuit, speculaas, allerlei soorten koekjes, ook wel eens spritsen. Ik eet zelden nog koekjes, ik kom er gewoon niet op. Maar ik kocht dus wel een pakje sterrenmunt thee (niet te verwarren met sterrenmix, die kwam later en was wat alternatiever). Ik vond het niet per se heel lekker, ook niet vies. De anijs viel me op. Verder heeft dit verhaal niet echt een clou, waarschijnlijk zal ik vanmiddag weer een kopje drinken, en dan weer even niet, het is goed om theesoorten af te wisselen zodat ze niet gaan vervelen, dit in tegenstelling tot koffie, die nooit verveelt.
30 januari O!
30 januari Duiven doen ook hun best om er wat van te maken Ik liep de voordeur uit en zag een dode duif op straat liggen. Het leek mijn lievelingsduif, het vrouwtje van het koppel dat in de binnentuin woont en iedere ochtend in mijn tuin komt. Deze duif zit vaak op het schuurtje en kijkt dan lief naar me. Ik weet dat ik me niet aan stadsdieren moet hechten maar als je iemand vaak ziet ga je soms toch om hem of haar geven.
29 januari Baviaan II
28 januari Zes dingen die wel en niet met elkaar te maken hebben 1. Drie jaar na de verhuizing begin ik Den Haag te missen. Het strand, het groen, de stad zelf - bepaalde straten, winkels. Het lelijke winkelcentrum waar ik op uit keek.
28 januari Baviaan Gisteren las ik over een groep bavianen die inbreekt in een flat in Cape Town.
27 januari Wintervacht Olli neemt rauwe erwten mee naar zijn mand. Misschien wil hij ze bewaren voor je weet maar nooit. Door de verhuizing van buiten naar binnen is hij aan het verharen en bijna zijn hele wintervacht al kwijt. Waar hij vandaan komt is het vandaag -10 °C. Er is meer vreemd: de groepjes mensen die in het weekend samen sporten in het park bijvoorbeeld; als hij een mens was zou hij er met open mond naar kijken, hoofdschuddend. Gisteren gleed hij voor het eerst in het water - dat vond hij vreemd maar ook grappig, daarna begon hij keihard te rennen. Hij is ingesteld op ontsnappen aan mensen, niet op bij ze blijven, als hij de kans krijgt rent hij weg. Ik laat hem aan de lange lijn met andere honden spelen en liet die soms los zodat hij meer ruimte had, maar hij rent veel en veel harder dan ik. Hij rent bovendien echt weg, zijn neus achterna, dus voorlopig moet ik hem vasthouden.
26 januari Volgorde In de straat achter mijn straat hebben ze een huis achter een huis gebouwd, lang en smal. Eerst stond er een schutting, een paar dagen later stond er een gebouw, niet snel daarna zaten er keukens in - op iedere verdieping dezelfde keuken. De gevel aan de straatkant bestaat grotendeels uit ramen, misschien omdat er toch een ander huis voor staat. Er hangen sinds vorige week gordijnen voor. Gisteren zag ik een groep mensen om het eerste huis lopen, op de begane grond bleek al een kamer in gebruik - er hing een televisie, op het aanrecht stond afwas, er stond een bank met mensen erop. Het toevoegen van de mensen gebeurt als laatste, is vaak het vreemdst.
25 januari Effen De verwarming slaat aan, maakt een paar minuten geluid, valt stil. In de lucht hangt een vliegtuig dat ik niet kan zien, alleen kan horen. De tijd gaat snel in 2014, ik verschrijf mijn dagen. Dat levert ruimte op, het maakt de wereld wijder, maar nu is het alweer bijna februari en ik heb nog de woningstichting niet gebeld over het gat in de muur. Ik denk aan een sneeuwuil op Vlieland. De verwarming slaat weer aan. De merel bouwt verder aan zijn nest in de klimop. Het is donker in de kamer, ik ben vergeten het licht aan te doen en nu zit de poes op schoot. Zijn kin rust op mijn onderarm. In de steeg praten buren, ik kan niet verstaan wat ze zeggen. Lage stemmen, grapjes. Ik kijk uit op de muur van de schuur van de buren, grijze stenen die elkaar omhoog houden, dan een rand, een dak. Tussen de randen groeit mos, over de bovenste stenen ligt een zachtgroene waas die afgeeft. Zoveel soorten beweging.
24 januari Zwarte kraai
23 januari Interviews Vannacht was een interview met mij over Dagpauwoog te horen bij het programma Nooit meer slapen van de VPRO op Radio 1. Je kunt het hier terugluisteren. En vandaag staat er een interview in Trouw over mijn filosofische onderzoek, dus als u daarin geïnteresseerd bent: koop die krant.
22 januari Waterhoen
21 januari Wat het betekent om een naam te hebben In De wijsheid van honden las ik over (zelf)bewustzijn van honden. Het lijkt erop dat honden wel weten dat ze zichzelf zijn en niet iemand anders, maar dat het ze wat minder kan schelen dan bijvoorbeeld mensen. Er staan meer leuke dingen in dat boek - honden begrijpen bijvoorbeeld niet alleen woorden maar ook symbolen, en het lijkt erop dat ze zichzelf gedomesticeerd hebben (net als bonobo's en misschien mensen ook). In natuurkunde zijn ze dan weer niet zo goed.
20 januari Een ekster
20 januari De bomen aan de kade
19 januari Dikke mus
19 januari 'Een duif is geen duif, twee duif is een halve duif, drie duif is een Paasduif.' Ik aai Olli die naast me zit en ook uit het raam kijkt. Hij houdt meer van slakken dan van vogels. Hap slik weg slak. Voor hij 's avonds in de tuin gaat, verstop ik ze. Halverwege de teltijd komen twee eksters de tuin in, ze zoeken ruzie met een meeuw op het dak van de buren. Nu komen er geen kleine vogels meer. Voor de vorm blijf ik uit het raam kijken tot de tijd om is. Het is heel jammer dat ik geen roodborst zag, want die komen hier toch regelmatig.
18 januari De nieuwe Olli Gisteren was ik alleen met Olli naar het Beatrixpark. Er loopt daar een Afghaanse windhond die hij kent, en hij heeft een aantal vriendinnetjes gemaakt met wie hij wil spelen. Als er te veel honden zijn raakt hij soms nog overweldigd, maar dat wordt steeds minder. Hij is redelijk hersteld van de angst rond oud en nieuw, maar gisteravond werd er vuurwerk afgestoken in de steeg en daar schrok hij toch weer erg van. Hij sluit zich dan voor me af. Ik kon hem afleiden met wat eten. Daarna heb ik hem lang over zijn buik geaaid. Dat is zijn nieuwe hobby. Terwijl ik dit schrijf zit hij achter mijn rug op de bank te kwispelen, hij wil naar buiten. We gaan straks weer oefenen met de tram. Hij smakt een beetje. Hij kan erg lief smakken en slikken. Het blijft me verbazen hoe goed hij zich aanpast aan dit leven en aan mij. Hoe snel hij woorden leert, hoe hij reageert op subtiele gebaren. Heel soms schrikt hij nog als ik een onverwachte beweging maak of als ik iets laat vallen (wat dat laatste betreft heeft hij een slechte aan me: ik laat regelmatig dingen vallen). Zijn bespiering wordt ook normaler, doordat we veel wandelen en hij niet meer steeds op zijn achterpoten staat; zijn huid is rustig omdat hij geen vlooien meer heeft en hij gewassen is met goede shampoo. Het is bijzonder om hem te zien veranderen. Ik denk vaak aan de honden daar, hij ongetwijfeld ook maar op een andere manier.
17 januari Drie vrouwen Nee, Volkskrant en NOS. Drie kunstenaars maken een nieuw staatsieportet. Raar woord trouwens, staatsieportret. Vanwege dat 'sie'. Sie maakt het een beetje dommig.
16 januari Deze regen doet me overal aan denken Door de straten van Londen lopen, rondjes rijden in de bak van manege de Eenhoorn (het raam naar de kantine beslagen), het strand van Kijkduin - ik weet hoe de zee er met deze lucht uit ziet. Mijn jas ophangen aan de lage kapstok voor het lokaal op de Montessorischool, op mijn rug in bed liggen en naar het plafond kijken. Gitaar spelen. De boom in de tuin waar ik nu op uit kijk. De geur van nat haar, van jas, van huid, van hond. Fietsen met een regenpak aan. Door weilanden lopen (met of zonder paard of hond). In de trein tussen weilanden door rijden. Gras aan mijn schoenen, natte sokken. Wachten op bussen, treinen, mensen. Zomaar wachten. Duiven die zich wassen in de plassen op het basketbalveld. De HEMA in Hoorn. Maandag. Het uitzicht op het Malieveld vanuit het raam van de KABK. De tram in Den Haag. Het Scheltema Complex in Leiden. Koffie in Brooklyn. Op de achterbank van de auto zitten en zien hoe de ruitenwissers de druppels steeds opnieuw opzij vegen.
15 januari Rijswijkseweg II
15 januari Rijswijkseweg
14 januari Preishit
13 januari Vriend ‘Hij probeert jou ook te aaien,’ zegt de conducteur.
12 januari Interieurtip (budget) Pika test de bank Ik heb een bed van pallets (vier pallets in een blok met daarbovenop een matras) en ontdekte vandaag dat het ook goed om te bouwen is tot bank. Twee keer twee lagen, matras erop in bankvorm, deken erover, en voilà.
11 januari Struiken Het was halfelf, ik fietste langs het park naar huis - ik fietste snel, ik fiets altijd snel. Naast me hoorde ik iemand door de struiken rennen. Nee, dacht ik, ik verbeeld het me vast, maar toen ik keek zag ik een konijn, en daar achteraan een hond. Ik begon te bellen met mijn fietsbel om de hond af te leiden, verloor ze allebei uit het oog. Ik fietste het park in. Het was er donker, roerloos, heel anders dan op de straat, vreemd dat een ruimte in een ruimte zo afgesloten en open tegelijk kan zijn. De bomen stonden dan maar, het water lag ook te wachten, niet op mij natuurlijk. Er liep niemand over het pad, niemand over het gras. Ik fietste aan de binnenkant langs het fietspad van waar ik het rennende konijn had gezien, aan de andere kant van de bosjes, maar ik hoorde nergens iets. Bij de eerste uitgang zag ik de hond over het zebrapad lopen, naast twee mensen, aangelijnd. Het leek erop dat zij of hij het konijn niet gegrepen had. De mensen liepen heel rustig, anders was er opwinding geweest. Ik fietste door de uitgang het park uit, keek steeds opzij maar het konijn was ergens anders.
10 januari De buurmannen houden vol
9 januari One or two days
Dit liedje is alweer een beetje oud en het komt niet op de nieuwe plaat. Dus is het weblog de uitgelezen plek om het te plaatsen.
9 januari
8 januari Rood poeder In de niet helemaal meer lichtblauwe lucht achter mijn huis hangt een halve januarimaan. De knoppen van de boom in de tuin zijn groener dan gisteren. De takken van de boom steken donker af - het is bijna avond. In de lucht hangt de belofte van winter en die van zomer. Ze zeggen dat het gaat sneeuwen, maar dat zeggen ze vaker.
7 januari Handen De Antropologie van Kant is nogal de moeite waard. Hij gaat helemaal los en is soms onvermoed poëtisch. In een verhandeling over wat mensen onderscheidt van andere dieren (hij onderscheidt drie soorten aanleg, de technische, pragmatische en morele, die het mensen mogelijk maken subject van rede, recht en moraliteit te zijn - het citaat valt onder de technische) schrijft hij onder andere het volgende: ‘The characterization of the human being as a rational animal is already present in the form and organization of his hand, his fingers, and fingertips; partly through their structure, partly through their sensitive feeling. By this means nature has made the human being not suited for one way of manipulating things but undetermined for every way, consequently suited for the use of reason; and thereby has indicated the technical predisposition, or the predisposition of skill, of his species as a rational animal.’ (Anthropology from a Pragmatic Point of View 2006:228). Het moge duidelijk zijn dat ik de conclusies over een harde grens tussen 'dieren' en mensen van Kant niet onderschrijf, maar ik vind het heel poëtisch om van de handen naar de rede te gaan en iets over het subject te zeggen. Heidegger schrijft ook over handen in relatie tot rede - volgens hem hebben dieren geen handen, alleen organen om dingen mee te pakken (zie Heidegger's Hand van Derrida voor een mooie kritiek). Heidegger stelt dat dieren de wereld niet kunnen ervaren als wereld en dingen niet als dingen - de hagedis ligt in de zon en voelt de warmte, maar ziet de zon niet als zon, mist de als-structuur. En daarom hebben ze geen handen.
Als Kant en Heidegger Jane Goodall gekend hadden zou het natuurlijk een andere zaak geweest zijn (Goodall schreef als eerste over het (aangeleerde, cultureel bepaalde) gebruik van instrumenten bij primaten). In een heel vreemde voetnoot (2006: 233; Kant spreekt zijn eigen theorie hierin tegen) noemt Kant wel de mogelijkheid dat primaten tot mensachtigen zullen evolueren (door organen ontwikkelen om te praten en rechtop te lopen), als een nieuwe omwenteling. Ik denk (hoop) dat er wel een omwenteling gaande is, die gaat alleen niet over het veranderen van dieren, maar over dat mensen ze anders leren zien, mede onder invloed van empirisch onderzoek naar cognitie, taal, cultuur, emoties en moraal van dieren (als het dier dat ze zijn).
6 januari Mierenlinks Een artikel over Wittgenstein en het kijken naar mieren (en dieronderzoek in het algemeen).
5 januari Oppervlaktes Ik liep een rondje hard langs de Amstel. Het was druk, ik zag veel nieuwjaarslopers (te herkennen aan hun nieuwe pakjes, tred, verkeersonveiligheid en slechte coördinatie), maar dat is over twee weken weer over. De wolken hingen vlokkerig in een geel-blauw gestreepte lucht. Ik liep tegen het licht in, alle bomen waren zwart, geen enkel mens had een herkenbaar gezicht. Halverwege zag ik een buizerd hoog in de lucht ruziën met een kraai. Op het terras van het café op de Weesperzijde was het druk.
5 januari Ook Olli leest IJstijd
5 januari Mean Time Gisteren lag het album Mean Time van Quiet Choir in de bus (waarop ik in een liedje piano speel en in een ander liedje meezing). Je kunt het hier bestellen. Ik heb ook de voorkant bedacht (zie foto dus), het ziet er precies zo uit als ik in gedachten had.
4 januari Een zaterdag in januari De meeste mensen die ik in het nieuwe jaar spreek hadden er veel zin in, in een nieuw jaar, maar nu het er is, valt het tegen. Ze moeten er nog een beetje in komen of ze hebben het alweer zo druk. Dat gaat natuurlijk vaak zo.
3 januari Uitzicht En hier is dan het laatste deel van het feuilleton Hoe we licht meten, waarin sommige dingen wel en andere niet gezien worden.
2 januari Hyacint
1 januari 1 januari 5 uur Ik loop een rondje met de honden, het is nog niet stil maar Olli wilde naar buiten. In de straat achter deze kom ik een overbuurman tegen. Hij kijkt naar een lange ijzeren stang die achter een paar fietsen tegen een boom staat. ‘Ik weet niet of ik hem mee moet nemen.’ 15 uur In de buurt van het veldje waar ik de honden uitlaat, zit een jonge vrouw op een vensterbank aan de achterkant van een gebouw. Ze draagt dikke kleding onder een regenpak, heeft twee tassen op wieltjes bij zich en een plastic zak. Het is duidelijk dat dit al haar bezittingen zijn. Ik negeer haar eerst, vraag als ik weer langs haar loop of ze honger heeft, of ik boterhammen voor haar zal maken. Haar gezicht is open, ze is ongeveer net zo oud als ik, ze heeft mooie donkere wenkbrauwen, heel donkere ogen. Ze zegt ja. Ik smeer boterhammen met pindakaas, doe er een banaan bij, ontbijtkoek, ik weet niet of ze het op zal eten maar het gaat ook om het gebaar, dat iemand haar ziet. Als ik terugkom, blijkt dat ze helemaal geen Nederlands spreekt. Ik geef haar het eten en vraag of ik haar ergens mee kan helpen.
1 januari 2014 |