weblog
                    archief

 

zondag 31 januari

Mooie vrouw

Waarom zijn er op begrafenissen toch altijd mannen die te dichtbij komen staan, zich naar me toe buigen en 'wat heb jij je ontwikkeld tot een mooie vrouw' in mijn oor fluisteren?

 

 

Wild zwijn

 

 

zaterdag 30 januari

De begrafenis

Het had gesneeuwd, de stad was wit. Het Ijsselmeer was bevroren.
Mijn ouders deden het deksel op de kist omdat tante Y. haar nagels aan het lakken was. Onderweg naar buiten liet ze het potje nagellak over de vloer vallen, een ster van gouden nagellak op het zeil, waarna ik het water van een bloemstuk over mezelf heen gooide en waarna mijn nichtje J. per ongeluk een glas met een bloem omver schopte (het glas brak).
Tijdens de plechtigheid sprak Klaas van de bowlingclub (er wordt een toernooi naar oma vernoemd omdat ze het oudste lid van de bowlingclub was), mijn ouders en tante hielden alledrie een hele mooie toespraak en ik vertelde over hoe oma als oma was, en liet het filmpje zien dat ik van haar gemaakt heb. Bij het graf speelde mijn tante accordeon, en er werd een gedicht voorgelezen. Ik denk dat oma het heel mooi gevonden zou hebben. Ze zou het waarschijnlijk alleen zielig gevonden hebben hoe verdrietig we waren.
Na afloop aten we appeltaart. Mijn kleine nichtje G. was bang dat oma misschien nog leefde ('in een diepe coma'), en nu tegen het deksel van de kist lag te kloppen, dus ik heb haar uitgebreid uitgelegd hoe dat zit met koud en stijf worden, en dat ik nog goed aan oma gevoeld had voor de kist dichtging.
Toen het donker werd begon het weer te sneeuwen.

 

 

Het Ijsselmeer uit oma's raam, 's ochtends

 

 

vrijdag 29 januari

For Esmé - With love and squalor

Hier.

 

 

donderdag 28 januari

Liedje

it was a strange night, stars were falling from the sky
& all the people were crying, but nobody really knew why

 

 

Muzikant

Hier.

 

 

woensdag 27 januari

Map

Het vreemde aan de dood is niet hoe vreemd het is als iemand dood gaat maar hoe gewoon het is, en hoe weinig er eigenlijk verandert. Alles verandert, alles blijft hetzelfde. Treinen blijven rijden, mensen kopen dingen, groeten elkaar op straat, lachen. De dode ligt ergens als lichaam, een afbeelding, mensen kijken ernaar, huilen, gaan weer naar huis (douchen, eten, zetten de televisie aan). Het is al gebeurd, er is niets meer aan te doen. Degenen die van de dode houden bewegen voorzichtig rond een gat / vallen erin - er verandert wel degelijk iets natuurlijk, maar er komt geen bliksem uit de hemel en er is geen vioolmuziek. Het sneeuwt alleen. De dode is dood, de rest leeft nog. De begrafenisondernemer heeft een map waar alles in staat.

 

 

Karel I

 

 

dinsdag 26 januari

Seven small birds

Meer hier.

 

 

maandag 25 januari

Krom

'Mevrouw is krom,' zei de begrafenisondernemer licht geïrriteerd tegen mijn tante. 'Als we haar hoofd recht leggen, ligt haar lichaam scheef. Als we haar lichaam recht leggen, ligt haar hoofd scheef.'

 

 

Vos

Ik fietste langs het park en zag een bange vos het park uitrennen, richting de weg. Ik stopte en zei resoluut: 'terug - die kant op,' terwijl ik naar het park wees. De vos stond even stil, draaide zich om en rende terug, het park in.

 

 

zondag 24 januari

Oma

 

 

 

zaterdag 23 januari

Schouder

Oma is een klein visje dat naar adem ligt te happen in een groot wit bed. Ze ruikt lekker, ik weet niet waarnaar, en haar huid is droog maar zacht. Haar handen zijn opgezwollen, de ene is bruinig en de andere is blauw. Haar wang, de wang die ik kan zien, is rood. Haar voeten zijn ook opgezwollen, de ene is koud, de andere niet, er ligt een extra dekentje overheen. Haar haar is een beetje geel, grijs uitgegroeid, het staat in plukjes omhoog. Ik weet niet waar haar gebit gebleven is, misschien staat het in een glas op het nachtkastje, ik heb het niet gezien, ze heeft het niet meer nodig. Haar schouder is smal, steekt uit, het is een mooie schouder. Het is bekend, haar lichaam, vertrouwd, van vroeger. Vroeger was oma veel groter dan ik.

 

 

vrijdag 22 januari

Hé man

Ik werd in de afgelopen week drie keer als man aangesproken, terwijl mijn look toch moeilijk androgyn te noemen is. Eerst door een autistisch meisje ('Meneer, wat is dit?'), daarna door een joviale (stoned uitziende) jongeman ('Hé man, stopt deze tram bij Bierkade?') en tenslotte door een vreemde oudere man bij de bushalte ('Meneer of mevrouw, mag ik u iets vragen?').
Het doet me wel goed.

 

 

donderdag 21 januari

Vlo

Vanmiddag vond ik voor de tweede keer deze week een zieke meerkoet in het park.
De meerkoet van maandag was erg verzwakt en makkelijk te pakken, ze liep niet eens weg, maar die van vandaag moest ik met mijn sweatshirt vangen. Ik kon het over haar heengooien nadat we een paar rondjes om een boom hadden gerend en ik opeens de andere kant op kwam, toen viel ze op haar rug. Het was een erg lieve vogel, die een keer heel hard riep en verder stil was, met een mooi glimmend oogje en een mooie witte snavel, en hele zachte veertjes.
Ik vouwde de vogel in het sweatshirt en rende zachtjes met het pakketje tegen me aan naar het politiebureau. Onder mijn sweatshirt droeg ik het bovenstuk van mijn Minnie Mouse pyjama, en lange bontgekleurde handschoenen. Ik zag er goed uit.
Ik breng de vogels naar het politiebureau omdat dat ongeveer halverwege de vijver en mijn huis is, en ze een speciaal bakje hebben. 'We hebben geen bakje,' zei een agent met een witte snor, toen ik binnenkwam en hem ernaar vroeg. 'Jullie hebben wel een bakje,' zei ik, 'ga maar zoeken.' De agent ging zoeken. In de wachtkamer zat een jonge vrouw met drie kinderen. Ze droeg haar haar in een staart, strak naar achteren met veel gel, en een zwart trainingsjack. Ze keek naar me, en ik keek niet terug, ze keek nogal boos. Ik keek naar de vogel, die niet erg bang leek. Tussen de veren op haar kopje kroop een vlo. 'Goed dat er mensen zijn die zich om de dieren bekommeren,' hoorde ik de vrouw tegen haar oudste dochter (ongeveer vijf jaar oud), of tegen zichzelf, zeggen, 'de meesten lopen er gewoon voorbij.' Het meisje liet een kleurplaat zien, waar de vrouw niet op reageerde. 'Ik heb heus wel gevoel hoor,' zei ze richting de deur.

 

 

woensdag 20 januari

Electroshocks

Ik heb mezelf streng toegesproken, electroshocks toegediend en koud afgedoucht, en toen ging het wel weer.

 

 

dinsdag 19 januari

Trouwen

Ik droomde dat ik met een lange blonde man met een nietszeggend gezicht ging trouwen. De avond van tevoren kreeg ik twijfels. Ik ben tegen trouwen, het huwelijk is een instituut dat al eeuwenlang vrouwen onderdrukt, dacht ik, en ik val helemaal niet op blonde mannen. Toen herinnerde ik me dat mensen altijd twijfelen, de avond van tevoren, met name in films, dus ik besloot mijn twijfels maar niet te serieus te nemen.
Over de bruiloft zelf droomde ik niet. 'Ik heb zeven condooms,' zei de man de ochtend erna, 'zullen we met elkaar naar bed gaan?' 'Ok,' zei ik. Ik voelde er helemaal niets van.

 

 

maandag 18 januari

Een zwaan en een meerkoet

Vandaag vond ik een zieke zwaan en een meerkoet met twee gebroken tenen.

 

 

zondag 17 januari

Verjaardag

 

 

zaterdag 16 januari

The heart

 

 

vrijdag 15 januari

Beter leven

Ik las vanochtend dat Albert Heijn vanaf 2011 geen varkensvlees uit de bio-industrie meer zal verkopen. In plaats daarvan zal het alleen nog maar varkensvlees verkopen met het Beter Leven-kenmerk van de Dierenbescherming. Dat is goed nieuws, maar minder goed nieuws dan het lijkt. Los van het feit dat het eten van dieren überhaupt een misdadige activiteit is die in onze maatschappij op geen enkele manier goed te praten valt, is het Beter Leven-kenmerk niet hetzelfde als biologisch. Het Beter Leven-kenmerk werkt met sterren, waarbij een ster een beetje beter is dan de bio-industrie, twee sterren nog een beetje beter en drie sterren biologisch. Het leven van een Volwaard kip (een ster) verschilt van een kip in de bio-industrie, maar echt leuk is het niet. Het leven van een varken op een biologische boerderij is trouwens ook niet fantastisch (ga er maar eens kijken), maar dit terzijde.
Ik vind het wel degelijk heel goed dat Albert Heijn geen varkensvlees uit de bio-industrie meer zal verkopen. De bio-industrie is het grootste probleem van onze tijd, en varkens zijn intelligente dieren die vreselijk lijden. Alles wat dat vermindert valt toe te juichen. Maar het is een stap, geen oplossing.

 

 

donderdag 14 januari

St Joris

 

 

woensdag 13 januari

Paard

'Wat heeft een paard allemaal?'
'Een paard heeft een hoofd, en benen, en een lichaam.'
'Net als een mens?'
'Ja.'
'Een paard is dus eigenlijk een soort mens?'
'Of een mens is een soort paard.'
'Ja, dat kan ook.'

 

 

dinsdag 12 januari

Wildernis

Het is koud, in de wildernis. Het leven is hard, in de wildernis. Ik laat mijn snor staan, in de wildernis. Er zijn wilde dieren, in de wildernis. Ik drink bier, in de wildernis. In de wildernis, in de wildernis.

 

 

Doris en Boris

Hier.

 

 

maandag 11 januari

Kapellen

Na Mechelen begon het te sneeuwen.
De trein reed langzamer dan normaal en kwam op station Kapellen tot stilstand. De deuren bleven dicht. Het was donker, ik was al de hele dag onderweg en ik wilde naar huis. Na een minuut of tien begon de trein weer te rijden. Er stond een gezin naast het spoor, ik nam tenminste aan dat het een gezin was, vier mensen (een vrouw, een man, twee meisjes) in donkere jassen. Ze zwaaiden niet maar keken naar de trein.
De trein reed stapvoets langs boerderijen met graffiti en langs een stilstaande internationale trein. Naast de trein stonden brandweerwagens en een politieauto. De cabine waar de machinist in zat was verlicht. Hij zat voorovergebogen, met zijn hoofd op zijn armen, er stonden mensen naast hem, ik kon het niet goed zien. In de trein zaten mensen die chips aten, een boek lazen, met elkaar praatten. Iemand leek te slapen. De trein bleef langzaam rijden. Een minuut of tien verder stonden meer politiewagens, en over het spoor liepen agenten en mannen in fluorescerende hesjes. Op de rails lag een witte deken, bedekt door een dun laagje sneeuw, en ernaast lag er nog een. De dekens waren gelig, werden langzaam wit.
De trein begon vaart te maken. Het meisje naast me verzond een sms.

 

 

zondag 10 januari

Apple tree in winter

 

 

Sensitive

Jessica kocht een deodorant, en vroeg me of ze beter invisible of sensitive kon nemen. Sensitive, zei ik, want it is better to be sensitive than to be invisible.

 

 

zaterdag 9 januari

Zwaan

Ik vond een zwaan op de oever van de Thames. De zwaan leek ziek maar was gewoon heel tam, gelukkig, want het sneeuwde en anders had ik haar mee naar huis moeten nemen.

 

 

Reus

 

 

vrijdag 8 januari

Sneeuw

Het was een barre tocht, gisteren. De banjo was zwaar.
Na vertragingen in Nederland (met prachtig uitzicht), bleken er Eurostar treinen vast te zitten in de tunnel, er werd afgeraden te reizen als het niet absoluut noodzakelijk was. Nu was mijn reis niet absoluut noodzakelijk, maar wel de bedoeling, en dus besloot ik na een interview met de Belgische televisie om toch maar te gaan. Ik kreeg ruzie met twee mannen die voordrongen bij het scannen van de bagage, waar ik vervolgens tegenover bleek te zitten in de trein (daar bleken ze best aardig; aardiger in ieder geval dan de neurotische Duitse man die naast me zat en een boek over ecologische oplossingen las waarin hij met potlood en lineaal passages onderstreepte terwijl hij heel hard naar opera luisterde op zijn iPod - hij bleek trouwens Wagner te heten - en die steeds met zijn arm op mijn plaats hing waardoor ik hem voortdurend moest wegduwen), maar verder was het best gezellig. Er was een zekere saamhorigheid, op de man naast me na vonden de mensen de vertraging niet erg. En de wereld aan de andere kant van het raam was prachtig, met de zon lichtgeel achter witte wolken in een witte lucht in Frankrijk (naaldwouden, kleine huisjes met besneeuwde daken in de verte), en laag rood licht over heuvels in Engeland. In Engeland werd het al snel donker. De trein mocht maar zeventig kilometer per uur rijden, en ik verwachtte veel sneeuw, maar dat viel tegen. Er lag minder sneeuw dan in Nederland, maar ze zijn niet erg goed met sneeuw, legde Esther uit, en dat komt omdat ze niet van werken houden ('nobody likes to work here'). Veel mensen hadden een snowday off, de geluidsman gisteren had zelfs drie snowdays off deze week. Wel was er in het journaal gewaarschuwd dat teveel snowdays off nemen de economie kan schaden. Het vervelendste gedeelte van de reis was het stuk met de trein van London naar Surbiton, waar ik logeer, omdat het spits was en ik niet meer in de trein paste (waar ik in moest om op tijd bij mijn optreden te zijn), waardoor ik me luid sorry roepend tegen een club mannen aan moest duwen. De deur ging dicht en duwde me naar binnen, waarna ik me twintig minuten op mijn ademhaling geconcentreerd heb - gelukkig zijn Engelsen zelfs met veel lichamelijk contact nog beleefd. De banjo en het keyboard waren echt zwaar, het ging net.
Het optreden ging goed - het was nogal koud in het zaaltje waar ik speelde en ik was bang dat mijn vingers niet zouden gehoorzamen, maar dat viel erg mee, en de aanwezige jongens waren danig (tot cd kopen aan toe) geïmponeerd door mijn banjo- en ukelelespel. Ik heb bijna alleen maar nieuwe liedjes gespeeld.
Na het optreden ging ik met Esther en AnnMarie mee naar huis, waar ik hun nieuwe kat Captain ontmoette, die 's nachts zingt over natvoer. Hij is zwart met wit en hij lijkt op een klein hondje met een plat snuitje. Hij zingt als een merel, maar op een toon, en deuren open en dicht doen helpt niet.
Ik droomde over een feestje in een witte kamer, en dat ik een oude vrouw in een rolstoel pestte.

 

 

donderdag 7 januari

Dertig

Ik vond het niet erg leuk om tien te worden. Ik voelde me oud, voelde dat de dood steeds een stapje naderbij kwam. Ik vond het ook niet erg leuk om twintig te worden, hoewel twintig worden toen een van de minder grote problemen in mijn leven was.
Vandaag ben ik dertig geworden. Ik zou wel terug in de tijd willen gaan om tegen mezelf van toen te zeggen dat het beter wordt (en dat sommige dingen zelfs goed komen), maar waarschijnlijk zou ik dat toch niet geloven. Het is wel zo. Ik ga straks naar Engeland, met de trein, door de sneeuw, en vanavond treed ik op nabij Londen (als ik niet ergens onderweg strand). Ik voel me behoorlijk jarig.

 

 

woensdag 6 januari

Man

Soms zou ik willen dat ik een man was, eentje die shag rookt, of tenminste sigaren. Niet voor altijd, voor af en toe.

 

 

Blauw

De lucht is blauw, het vriest, er ligt een wit laagje op het platte dak aan de overkant. Iemand gooit couscous uit het raam, voor de meeuwen. Ik heb het koud en mijn haar is statisch. De poes gaf vanochtend vroeg over, ik heb het opgeruimd en ben weer terug naar bed gegaan. De zon schijnt, de kerkklokken luiden. Uit schoorstenen komt rook.
Eerst was het zo, nu is het zo, morgen is het anders, ook al verandert er weinig. Tijd is alleen een idee, en niets is toch echt.
Maar later komt het misschien goed, later komt het goed.

 

 

dinsdag 5 januari

In de caravan, achter de gordijntjes

 

 

maandag 4 januari

Zwerfdier

Eigenlijk ben ik ook een zwerfdier.

 

 

zondag 3 januari

Hoeven

 

 

zaterdag 2 januari

2010

De buren aan de overkant hebben hun gordijnen gewassen, ze hangen aan de waslijn, tot voor het raam van de buren eronder. Er zit een kauwtje op het balkon en een reiger op het gras beneden. Op de weg liggen een paar zwarte hoopjes sneeuw. Het is druk in de V&D. De tijd gaat snel, en er gaat veel voorbij.

 

 

Enge boerderij

 

 

vrijdag 1 januari

Panjevaart 2


Op het bordje staat 'niet zwemmen'.

Klik hier voor een serie caravans.