WEBLOG

 

zaterdag 31 maart

nice people make me cry

 

vrijdag 30 maart

De poes

Gisteren heb ik een poes gevonden. Normaal gesproken vind ik duiven, zielige duiven, maar gisteren vond ik een poes. Of eigenlijk, een kater. Mager en onder de teken. Hij kroop in mijn armen als het kindeke jezus en ik hield van hem.
De dierenambulance kwam na een uur, en de kater bleek gechipt. Hij was al een maand vermist en ging terug naar huis, gehavend maar gelukkig.
Nu mis ik hem een beetje.

 

woensdag 28 maart

Dolfijnen

De treinen voor Den Haag Centraal slapen met een lamp aan, het zijn net dolfijnen.

 

dinsdag 27 maart

Tepels

Waarom hebben etalagepoppen tegenwoordig harde tepels? Misschien hebben ze het altijd koud in de etalage, of juist warm. Ik kan me niet voorstellen dat etalagepoppen sexueel opgewonden zijn.
Etalagepoppen zijn, zoals het woord al aangeeft, poppen, geen mensen dus. Volgens mij hebben poppen geen harde tepels. Kan iemand hier iets aan doen?

 

maandag 26 maart

Olifant

Ik ben een olifant in een porseleinkast. De wereld is mijn porseleinkast. Ik breek dingen. Ik breek glazen, borden, autospiegels, tafels, dingen van glas, dingen van hout en dingen van karton. Verder loop ik tegen dingen aan. Tegen tafels, deuren, hoeken. Ik heb altijd blauwe plekken waarvan ik niet weet hoe ik eraan kom. Ook sla ik af en toe gaten in de muur zonder dat dat de bedoeling is. En ik laat mijn laptop soms vallen, die daar tot nu toe gelukkig tegen kan.
Ik loop niet lichtvoetig, ik stamp. Toen ik zeven jaar oud was, leek het mijn moeder daarom een goed idee als ik op balletles zou gaan. In minder dan een balletles was het duidelijk dat ballet niet mijn roeping was. Ik was gedoemd om voor eeuwig onelegant te blijven.
Het is goed om te weten wat je sterke punten zijn, en wat je zwakke. Ik ben dan misschien niet elegant, ik kan best een hoop andere dingen.

 

zaterdag 24 maart

Speelgoedwinkels

Om redenen die verder niet zo interessant zijn, bezocht ik de afgelopen weken een aantal speelgoedwinkels. In speelgoedwinkels vind je speelgoed. En kinderen. Kinderen houden van speelgoed. In speelgoedwinkels in Den Haag vind je allerlei soorten kinderen. Blanke kinderen, Marrokaanse kinderen, Turkse kinderen, Surinaamse kinderen en ga zo maar door. Volgens de website van de gemeente Den Haag is bijna vijftig procent van de bevolking in Den Haag van allochtone afkomst. De poppen in de speelgoedwinkel zijn bijna allemaal wit. Er is een zwarte babypop, maar verder zijn alle poppen blank.
Het deed me hieraan denken (het stukje met de poppen).
Het is 2007.
De toekomst is begonnen.

 

 

vrijdag 23 maart

Meisje van de achterkant

Soms zie ik iemand lopen van ongeveer mijn leeftijd die er totaal anders uitziet dan ik. Eigenlijk zie ik nooit iemand lopen die er hetzelfde uitziet, maar dit terzijde. Soms raakt het me opeens. Het kan zijn dat ze een strakke spijkerbroek aanheeft met een bomberjack en platte schoentjes en dat ze belt met een nieuwe telefoon, het kan ook zijn dat ze eruitziet alsof ze net haar studie rechten heeft afgerond en op weg is naar haar vriendje (in de trein naar Delft), het kan zijn dat ze in Transvaal woont, een hoofddoek draagt of juist niet en bij de gemeente werkt. Wat me raakt is de overzichtelijkheid. Ik weet hoe haar vrienden eruit zien, ik weet in wat voor huis ze woont, ik weet hoe haar leven zal verlopen en hoe haar leven tot nu toe is verlopen. Ik kan daar soms een beetje jaloers op zijn. Of misschien is jaloers niet het juiste woord. Het maakt me melancholisch. Al die levens die ik niet leef, en de beperkingen van de mogelijkheden van het leven dat ik leef.
Natuurlijk weet ik dat alles relatief is, en iedereen even onzeker. En gewoon zijn wordt vreselijk overschat. Maar toch. Ik zou wel eens een dagje zoals zij willen zijn.

 

 

woensdag 21 maart

Andijvie

Ik had vandaag een medisch-ethisch dilemma in mijn koelkast. Er zat een beest in de andijvie. Wat voor beest weet ik niet precies, het was een insect, een soort kever, bruinig met pootjes. Hij leefde nog een beetje, een hele prestatie na een week in een andijvie in een plastic zak in de koelkast (en wie weet wat hij daarvoor allemaal meegemaakt heeft). Ik heb het blaadje waar hij (met een overleden soortgenoot waarvan ik niet zeker weet of het wel een soortgenoot was of een ander beest, hij was dood en zwart en leek er wel een beetje op) op zat over de balustrade naar beneden gegooid. Ik heb wel eerst gekeken of er niemand liep.
Daarna heb ik de rest van de andijvie weggegooid. Een paar minuten later vroeg ik me echter af of er misschien nog meer dappere dieren in de andijvie zaten en toen heb ik de zak met andijvie weer uit de vuilnisbak gehaald. Ik wist niet goed wat ik ermee aan moest. Ik wilde de hele andijvie over de balustrade gooien, in het gras tussen de bomen maken insecten toch de meeste kans, en bovendien hebben ze voldoende andijvie te eten, maar de achterkant van de flat waarin ik woon kijkt uit op een andere flat en ik was bang dat mensen het zouden zien. Binnen laten liggen vond ik ook geen optie, wat moeten die insecten in mijn huis, en bovendien, de andijvie zou langzaam bederven. Dus ik heb hem voor mijn voordeur gelegd, zodat wie dat wil eruit kan kruipen en een betere plek kan zoeken. Als het donker is breng ik hem naar beneden en leg ik hem in de tuin.