archief
evameijer.nl

 

 

31 mei

Bosbessen

Op mijn bank, minder dan een halve meter bij me vandaan, zit een meisje te trippen. Olli ligt naast haar te kwispelen. Ze gaf me net een glas sojabananendrink - ik geloof dat ik dat nog nooit gedronken heb. E. kijkt naar een dekentje waar een roodborst op staat en beschrijft hoe het buikje rondgaat - ik mis volgens haar iets heel moois, maar ben er niet rouwig om. E. en ik kennen elkaar al een tijd; vroeger traden we samen op met muziek. Ik heb haar al wel eens meegemaakt met spacecake, dit met de paddo's is een nieuwe ervaring. Nu geeft ze Olli een bosbes. Olli neemt die heel voorzichtig aan. We luisteren naar Nina Simone, Björk, Alanis, ik doe wat onderzoek voor mijn nieuwe roman. Putih ligt in de voorkamer, hij vindt het te druk hier. Het andere dekentje begint nu ook te draaien, ze draaien tegen elkaar in, worden steeds groter en kleiner tegelijk. Olli krijgt nog een bosbes, wordt dan uitgebreid geaaid, het is eigenlijk allemaal heel harmonieus hier, ondanks onze verschillen in waarneming.

 

 

30 mei

Wat de hond wil

Mocht iemand mijn lezing van gisteren willen nalezen: stuur een mail naar het bekende adres, dan stuur ik hem op.

 

 

29 mei

Als de honden spreken

de honden, een onbekende dame en ik - foto door Gerrit Meijer

Vanmiddag waren we op de opening van Let's Dog, een tentoonstelling over honden in Galerie Hommes te Rotterdam (op de tentoonstelling is een video van mij te zien en er hangen drie tekeningen). Ik gaf een lezing over de relaties tussen honden en mensen, Olli was er ook bij, met zijn vriendinnen Vera en Tita. Hoewel Pika soms meeging naar openingen, muziekoptredens en andere culturele evenementen, had ik niet eerder een lezing voor honden gegeven. Olli was nooit eerder in een galerie geweest. Hij gedroeg zich goed, misschien omdat zijn vrienden bij hem waren. In het begin blafte hij steeds als er mensen binnenkwamen - het was druk, dus hij had genoeg te doen. Tijdens de lezing zelf viel hij in slaap. Het was niet alleen saai: een van de vrijwilligers had hondenkoekjes gebakken die erg in de smaak vielen en er waren veel aaiende handen. Al met al was het een enerverende middag, ervoor hadden we in een klein stadsparkje gezeten waar de konijnen het in ieder geval getalsmatig voor het zeggen hadden.

 

 

28 mei

Vreugde

Veel mensen denken dat de hondenpoepzakjes die om de riem geknoopt zijn strikken zijn en dat de hond dus jarig is. (In plaats van ze te corrigeren neem ik me voor vanaf vandaag 'ja' te zeggen als ze vragen of hij jarig is.)

 

 

27 mei

Nova's plant

 

 

26 mei

Handig

De krantenbezorger had zijn mobiele telefoon tegen zijn hoofd geklemd met een elastiek (zie tekening; in het echt was het elastiek beige, zo'n postelastiek) en sprak geanimeerd tegen wie het dan ook was tegen wie hij sprak.

 

 

25 mei

En zo leidt het een naar het ander

Misschien kent iedereen het fenomeen dat je een tijdje (bijvoorbeeld een dag waarop je samen met diegene bent) zo intens naar een ander kijkt dat je verbaasd bent als je na afloop daarvan je eigen gezicht in de spiegel ziet. Niet omdat je je niet meer jezelf voelt, maar omdat de ander het beeld is geworden van die dag, van het gevoel dat erbij hoort.
Er zijn woorden die bij mij zijn gaan horen, zoals 'animal' (ik heb het ook met woorden/getallen als piano, schrijver, 1980). Ik lees zo veel academische teksten waar dat woord in zit, dat ik als ik het op straat tegen kom opvat als een boodschap, terwijl ik zelden op mijn eigen naam reageer (op de naam van de hond reageer ik wel, die zit veel meer in mijn hoofd).
Anima (Latijn voor ziel) is trouwens een heel mooi woord, hoewel ik de ziel alleen als metafoor zie. (Een heel geslaagde metafoor.)
Eerder dacht ik dat filosofen geen gevoel hadden voor metaforen, nu denk ik dat het hele vakgebied misschien als metafoor moet worden opgevat (voor het zoeken van mensen naar iets dat per definitie buiten hun bereik ligt, tegenhanger voor religie, waarin wat buiten ons bereik ligt gevonden wordt). Dit betekent natuurlijk niet dat mijn eerdere gedachte niet klopt.

 

 

25 mei

Uit het muurtje groeien bomen

 

 

24 mei

Dierennieuws

Bijen vestigen zich op auto in Wales.
Kameel neemt wraak op mens.
Stompneusapen en chimpansees rouwen.
Insecten hebben subjectieve ervaringen.
Kraaien gooien stenen van het dak van een ziekenhuis (oud nieuws).
Kraai valt fietsers aan.

 

 

23 mei

Huilen

De jongen van de fietsenstalling overhandigde me zonder dat ik iets gevraagd had een sleutel. 'Mag ik je pasje even scannen?' Ik gaf hem mijn OV-chipkaart. 'Je herkent de mensen van de OV-fietsen ondertussen?' Hij knikte. 'Het is de eerste in de rij.'
Toen ik de straat uit was begon het zacht te regenen. Ik kon de juiste straat niet vinden op mijn kaart en fietste maar gewoon hard door in de richting waarvan ik hoopte dat het de juiste was, tot ik te erg begon te twijfelen (in het deel van Amersfoort waar ik fietste was geen internet beschikbaar om op de telefoon de weg te vinden). Ik vroeg twee oudere dames de weg, ze stuurden me na veel overleg naar het bos.
De fotograaf / man die de lezing zou filmen sprak me in de lobby aan. Hij vertelde dat hij gisteren nog aan me moest denken. Eksters hadden in zijn tuin de jonge merels opgegeten. 'De merels maakten een huilend geluid. Ik wist niet dat ze zo konden huilen.' Hij zweeg even. 'De natuur is wreed.' Ik was niet op mijn best en de opmerking over de merels raakte me in mijn middenrif. Ik glimlachte, zei iets over wreedheid in het algemeen.
De lezing ging goed, ondanks mijn verfomfaaide geest; de buitendeur van de zaal stond open en in het bos zongen vogels terwijl ik sprak. Na afloop praatte ik met een aantal toehoorders. Een oudere man vertelde me dat hij het zo bijzonder vond en altijd al met dieren communiceerde. Er kwam iemand langs met een dienblad. De man stak een bitterbal in zijn mond. 'Heet,' zei hij, terwijl hij probeerde om de bitterbal heen te ademen.
Ik fietste terug door de regen, door het bos, door de onbekende stad, een vrouw met een kinderwagen wees me de kortste weg naar het station.
Laat die avond, ik lag al in bed, hoorde ik Olli huilen in zijn slaap. Pika deed dat soms, ik heb het hem nooit horen doen. Het is een spookachtig geluid, een ijle oe door een hondenstem. Ik denk dat het mijn lievelingsgeluid is.

 

 

22 mei

Wit mannetje

 

 

21 mei

Fiets

Op de terugweg uit het park zag ik een ex-geliefde die ik een jaar of acht geleden voor het laatst zag (ik zag hem in 2012 of 2013 nog een keer in de Van Woustraat lopen met een pet op, maar toen wist ik niet zeker of hij het was). Hij fietste achter zijn vriendin, ze spraken druk met elkaar in het Frans en hadden maar liefst twee kinderen bij zich (die zaten voor en achter op haar fiets, een detail waar ik nog over peins). Het zag er gelukkig uit - hun stemmen klonken gelukkig. Ik dook weg in mijn jas - want wat zou ik moeten zeggen - wetende dat hij niet het type is om op straat goed om zich heen te kijken. Toen ze voorbij waren keek ik ze zo goed en uitgebreid mogelijk na. Dat had ik kunnen zijn, dacht ik. Met twee vergelijkbare kinderen, op een vergelijkbare fiets. Er zijn namelijk wel redenen waarom wij niet bij elkaar zijn gebleven, maar of het goede redenen zijn weet ik niet. Het had ook anders kunnen lopen, en tegelijkertijd had het alleen maar zo kunnen lopen. Het was als een beeld uit een ander mogelijk leven, heel even, en toen liep ik weer verder in mijn eigen leven, met twee lieve honden, op een dag die warmer was dan hij in eerste instantie leek.

 

 

21 mei

De volgorde

Een van de vreemde eigenschappen van dagen is dat je ze niet kunt bewaren. Je kunt ze afbeelden (of onthouden) en de afbeeldingen kun je bewaren, maar de dagen zelf glijden om je heen door. Ik denk dat je tijd wel in je lichaam bewaart - je verandert door iedere dag die je ouder wordt, je verweert. Daarom houden we van de zee (en andere dingen die zich herhalen: seizoenen, dagen en nachten, de stand van de maan) en van bomen en stenen. Daarin zien we hoe we allemaal (mensen, andere dieren, bomen, landschappen, overige materie) gevormd worden. Ik had ooit een geliefde (of had, het was meer een geval van 'I once had a girl, or should I say, she once had me') die zei dat ze dieren mooier vond dan bomen, bomen mooier dan mensen, mensen in films mooier dan gewone mensen. Voor die volgorde is wel iets te zeggen (mijn vader merkte ooit terecht op dat er dagen zijn dat alle mensen mooi zijn, en andere dagen waarop ze allemaal lelijk zijn). Mensen zijn overigens ook niet te bewaren. Uiteindelijk vergaan ze, of ze gaan. Ze zijn wel goed te onthouden, en soms is er iemand zo mooi dat je beter gewoon een tijdje (of zolang als mogelijk is) naar diegene kunt kijken dan haar of hem kunt beschrijven. Als dat gebeurt heb je geluk, en geluk heb je over het algemeen maar zelden.

 

 

20 mei

Kapitein

 

 

20 mei

Voor in de agenda, woef

Zondag geef ik een lezing in Leusden over Dierentalen. Volgende week zondag geef ik een lezing over honden en mensen bij Galerie Hommes in Rotterdam, op de opening van de tentoonstelling Let's Dog, waar ook de video Zwaan te zien zal zijn.

 

 

19 mei

T op de bank

 

 

18 mei

Noemen

Steeds als ik de buurman die ook Olli (of Ollie, of Olly) heet tegenkom, zeg ik net iets tegen Olli. Bijvoorbeeld (op vrolijke toon) 'kom op Olli, hoppakee', of 'Olli, jij bent mijn lieve vriendje', of (geïrriteerd) 'kom op Olli, geen vieze dingen vreten'. Ik zing ook vaak tegen Olli ('Olli wolli wolli wat ben jij een lieve hond', dat soort teksten). De buurman weet niet dat ik weet dat hij ook Olli heet (de buurvrouw vertelde het) en kijkt altijd een beetje besmuikt als dit gebeurt. Misschien stelt hij zich stiekem voor dat ik ook voor hem zing. Op een bepaalde manier doe ik dat natuurlijk ook; zodra ik hem waarneem weet ik dat er niet een maar twee Olli's zijn waar rekening mee gehouden moet worden. Ik zie hem verder niet vaak, misschien een keer per maand, dus we hebben tussendoor genoeg tijd om het weer te vergeten.

 

 

17 mei

Voor degenen die vergeten

 

 

16 mei

Meeuwen landen

Sinds kort loop ik weer hard op muziek. Ik heb dat jaren niet gedaan. Het maakt het lopen lichter - blissful, is het woord waar ik aan denk. (Bij vertalen win je iets en verlies je iets: je verliest de volle betekenis, de associaties en connotaties, geschiedenis en klank; je wint begrip, het is een brug naar iemand in een ander kader.) Het nadeel ervan is dat het lopen sneller gaat, als vanzelf voorbij gaat, terwijl het nietsige (het langdradige dat uitkomt op stilte - stilte is niet de afwezigheid van geluid, het is het geluid niet meer horen) van hardlopen voor mij juist belangrijk is. Het is een manier om samen te vallen met de beweging zonder al te veel afleiding (ik zie alleen nesten van meerkoeten, toeristen, stoplichten, gaten in de weg). Ik liep nu met muziek omdat ik te moe was om mijn benen in beweging te krijgen.
Onderweg zag ik drie meeuwen landen. Dat gaat niet heel soepel: ze komen naar beneden, maken een soort bocht, landen dan een tikje onhandig, zoals een parachutist haar benen niet helemaal kan controleren (de meeuwen zijn natuurlijk soepeler dan de parachutist). In de lucht zijn ze gewichtloos, in het moment waarop hun pootjes de grond raken krijgen ze ineens substantie. Ik kan me wel voorstellen dat dat steeds even schokkend is.
Eergisteren was ik te moe om mijn haar te wassen, ik deed het per ongeluk toch. Vermoeidheid geeft een lichaam ook gewicht. En landen is dan dus niet veel meer dan begrijpen dat je een lichaam hebt, en bij iedere stap de aarde raken.

 

 

15 mei

Of de tram er al aan komt

 

 

14 mei

Figuren uit de lucht snijden

Op een onverwacht moment wordt een deur in de werkelijkheid neergezet
Hij blijft een week open zodat je de wereld van de andere kant kunt zien, zodat je kunt zien dat het niet erg is

Om te vertrekken – de mensen hier zijn gladde wassen beelden, de gebeurtenissen dof of doof, bomen laten hun schouders hangen, vogels hun kopje en hun staart
Na die week sluit de dode de deur,
De deur verdwijnt in een muur, de muur in de lucht

Je slaapt een winter lang
Je snijdt haar gezicht uit de lucht en merkt dat lucht in je handen niets weegt – niets
Je loopt met het uitzicht rond tot het op een onverwacht moment door de werkelijkheid wordt opgenomen, tot jij wordt opgenomen

Door de wind op een fietspad onderweg naar huis of een goedgekozen woord, licht op het water – je raakt haar natuurlijk kwijt, je wist het al, de vraag is alleen wanneer en wat je eigen verlangen naar een deur zal doen, hoe lang de vorm in je lichaam blijft steken, de vraag is alleen

Hoe en wanneer die vorm je lichaam overneemt en jij geen weerstand meer biedt, alleen nog zand of strepen

(Ik schreef dit na de dood van Pika, vandaag twee jaar geleden.)

 

 

13 mei

De tweede dag

Op de tweede dag zaten we in de Oudemanhuispoort. De kamer was net groot genoeg voor iedereen; bij de eerste sessie moesten er wat mensen op de grond zitten. We spraken over kunst, poëzie, empathie, literatuur, politiek, ethiek, recht, en we zagen een video - een van de sprekers presenteerde via Skype. De mensen aten weer een hoop broodjes en ook redelijk wat appeltjes. Op een gegeven moment (na zoveel presentaties) gaan begrippen rondzwemmen in hoofden - als je intensief nadenkt en van onderwerp naar onderwerp gaat, heb je geen tijd alles goed te verwerken. Ik smeerde weer broodjes, stelde sprekers gerust, bracht kabels terug, en had vandaag meer tijd om mensen te spreken. Ergens in de loop van de middag kreeg ik heimwee - ik had het gevoel dat ik al heel lang weg was. Bij het diner voelde ik me meer alsof ze me te heet gewassen hadden. Mensen waren blij, een beetje hyper; ik denk dat ze het goed naar hun zin gehad hebben. Ze willen nu dat er een boek komt, maar daar moeten we nog even over nadenken.

 

 

12 mei

De parksessie

De lezing van Diane Michelfelder.

 

 

12 mei

Ruimte

We begonnen in het gebouw van Bijzondere Collecties. Daar hadden we een zaal met een aantal beelden van mannen die ledematen misten, een beamer en een tafel met koffie en thee. Ik zag mensen die ik alweer een tijd niet gezien had, en mensen die ik alleen in mails gesproken had, en als iemand me vroeg hoe het ging zei ik dat ik het bijna onder controle had. Bijna: de ruimte tussen wel en niet, waar ik verder weinig controle over heb. Ik had er wel vertrouwen in, maar het was een strak schema. Ik opende de dag met de video Zwaan, waarin hond Pika de hoofdrol speelt, omdat deze conferentie er zonder Pika niet geweest was, of niet in deze vorm. Daarna begonnen de lezingen.
We (mijn lieve vrijwilligers) smeerden tussen de middag brood, en we aten buiten. Ze hadden allemaal vrij veel honger. De eerste middagsessie was in het park - ik denk dat het voor iedereen de eerste keer was dat een onderdeel van een conferentie buiten plaatsvond. Het was nog best een klus ze door de stad te manouvreren. Ik rende heen en weer als een border collie om de groep bij elkaar te houden. Later gingen we weer naar binnen, nog later gingen we op pad. De zon scheen de hele dag, het bleef tot laat warm.

 

 

11 mei

Iemands oude huid

 

 

11 mei

Dieren, dieren, bakken vol met dieren

Voor wie het interesseert: de abstracts (korte omschrijvingen van de praatjes) van de conferentie van morgen en overmorgen staan online, en wel hiero.

 

 

10 mei

Binnenstebuiten

 

 

9 mei

De vensterbank in het appartement

 

 

8 mei

Een schaduw op een landkaart

We fietsen langs de rivier. Zon schijnt op het water, mensen varen, liggen in het gras. Een bonte kraai springt van een zonnescherm, vliegt. Schaduwen van blaadjes glijden over onze hoofden, bloesem waait op. We fietsen tot we bij een trap komen, tillen de fietsen daar omhoog, gaan verder tussen bomen, langs een plek waar een jongen een zwarte hond laat zwemmen. Ik verzamel momenten, daar kan ik niets aan doen. Dit is er een van. Aan de overkant van het water drinken we koffie en thee achter een hoge heg, een vrouwtjesmus hipt langs (we hebben geen kruimels). Naast de landkaart ligt een nepbloem op tafel, decoratie. Ik maak alleen nog slechte grappen. De zon hangt in je gezicht, later ook nog, in de trein, en ook nog als we in Amsterdam over het stationsplein lopen en in de gracht een reiger zien jagen die allang had moeten slapen.

 

 

7 mei

Erwin Wurm

 

 

 

7 mei

Hoge plafonds, behangen

De ochtend bestaat uit merelzang en mussen. Voor het raam wacht een esdoorn op de zon. Huizen zijn halflicht, halfdonker. Dit zal allemaal draaien. Ergens in de verte ruist iets mechanisch - een radiator, misschien een verre wasmachine. Ik zie de lucht in de ruiten van het huis aan de overkant. Deze dagen zijn een doorgang, geïsoleerd door de nachten die ze stutten. We beelden uit dat we er maar even zijn (hier).  

 

 

6 mei

Het land als oude ansichtkaart

 

 

6 mei

Koolzaad

Vorige keer dat ik hier was, had het gesneeuwd. Ben je waar je langs komt? Ik bedoel: ben je ergens als je er steeds alweer voorbij bent? Op een perron zag ik een jong gezin - ouders, twee kinderen - de ouders waren van mijn leeftijd, speelden ouder. Gisteren zag ik een jonge vrouw op blauwe pumps onder een spijkerbroek, de look van mijn tante vroeger.
Veulentjes, zonnepanelen.
Op een muurtje langs het spoor ligt een man te slapen. Het lijkt alsof hij door een grote hand is neergelegd. Kom maar, zei de grote hand, en pakte hem weer op.
De huizen hebben hier vaak monden. De bomen duizend kleuren groene blaadjes.
Zaagsel: ruis van bomen. Schaapjes grazen tussen een oude treinrails.
Het land is passief maar vormt wat we doen; wij zijn land, passief, maar we kunnen best bewegen. Je kunt alleen het bewogen worden nooit forceren, nooit zelf uitkiezen.
Sommige jonge blaadjes zijn bijna geel. Dat zie ik dit jaar voor het eerst. Ik weet niet of het aan de afgelopen winter ligt of aan mijn waarneming.
Bloesem, koolzaad.

 

 

5 mei

Wormsnor

 

 

4 mei

Leuk om in hun huisjes te kijken

Rutte in het vluchtelingenkamp: toppie!

 

 

3 mei

Ik kan je niet volgen

 

 

2 mei

Al die personages die op het laatste moment uit romans worden geschreven - waar zouden ze heen gaan?

 

 

1 mei

Heart of a dog

Hebben jullie deze film al gezien? Wel doen hoor.