archief
evameijer.nl

 

 

31 mei

De indrukken van twee dagen die over elkaar schuiven en glijden, nog geen vaste vorm hebben gevonden

Ik liep over een trap in verschillende kleuren marmer, tree voor tree. De Scottish National Gallery Modern is een heel geslaagd museum. Ik zag ook een tentoonstelling van Lee Lozano, die vooral graag piemels tekende (en sociale experimenten opzette, maar daar zagen we alleen haar tekeningen van). In de bus terug naar het vliegveld zag ik een reclame voor de busmaatschappij, waarin een man werd uitgenodigd door een andere man om met zijn twee greyhounds te gaan wandelen. De eerste man accepteert de uitnodiging en doet iets ingewikkelds met een app, maar de clou is dat de andere man staat te wachten als hij aankomt. Dan gebeurt er iets raars: ze geven elkaar stijfjes een hand (geen hug of zo), alsof ze kennissen zijn, terwijl je met een kennis niet op die manier afspreekt. In het laatste shot zie je ze naast elkaar lopen met allebei een hond aan de riem. Ik zag het laatste shot eerst, en dacht dat het twee mannen waren die een relatie met elkaar hadden, en die honden gered hadden, misschien dat ik het daarom een vreemde reclame vond. Tijdens de conferentie hoorde ik talloze lezingen over sociale milieu- en dierenbewegingen en verzet van gemarginaliseerde groepen in die context van over de hele wereld. Ik vertelde zelf over de Amsterdamse zwerfkatten en hun mensen. Er werden verbanden ontdekt en gesmeed - ik kende er niemand, nu ken ik ze allemaal wel. In de airbnb waar ik sliep maakte een kat de dienst uit. Ze zat in de deuropening lang naar me te kijken. Ik vind het prettig als katten naar me kijken (er waren vroeger katten die dat deden als ik sliep, dan voelde ik me heel veilig). Ik zag een kasteel en Arthur's Seat vanuit de verte (een berg vanwaar je de stad kunt zien - ik las dat de randen van het gebergte Samson's Ribs heten). De meeste gebouwen in deze stad zijn oud, zeker in het centrum was er bijna geen nieuwbouw. Ik had meerdere malen vertraging en liep veel steile trappen op. Ik at een Engels ontbijt (helaas zonder bonen). Ik ontmoette een grijze eekhoorn, die van me schrok. Kraaien hadden het heel gezellig op een pleintje bij de universiteit en verderop zat een dakloze met een bruine hond. De beide bedden waar ik in sliep, lagen goed. Engelse universiteiten hebben een typische geur - toen ik zeventien was studeerde ik een tijdje in Engeland, ik ken de geur goed. De deuren in het geografiegebouw gingen met knoppen aan de muur open, we zaten in de oude bibliotheek.

 

 

30 mei

De afstand die jou meet

Van de Franse filosoof Bergson mag je tijd naar niet een analogie met ruimte opvatten. Je kunt tijd niet op die manier meten, het is niet recht en afgebakend, maar juist grillig en in staat je mee te nemen. Ik ben geneigd reizen steeds meer in tijd te meten, niet in afstand. Zondag gaf ik een lezing in Bergen op Zoom, waar ik vanuit Hoorn heen moest, met Doris, dat was een verre reis. Vandaag ben ik naar Edinburgh gereisd, en hoewel dat veel wachten inhield, viel het reizen zelf mee, ik werd er gewoon heen gedragen. Het kostte allebei een dagdeel, alleen nu ben ik heel ergens anders (verder, maar het kostte niet veel moeite). Het is hier niet zo anders, wel koeler trouwens, en de huizen zijn oud en ik zag al bergen. Later leg ik mijn stappen in de straten, nu ga ik eerst maar slapen. Slapen is ook een vorm van gedragen worden.

 

 

29 mei

Olli vindt een mooie kuil, Doris wil er ook bij

 

 

28 mei

Koekoek

 

 

27 mei

Die Sprachen der Tiere

Mijn Duitse teeveedebuut in het programma Druckfrisch is vanavond te bekijken en wel hier (je kunt het ook terugkijken).

 

 

26 mei

Groen en blauw en groen en blauw en geel

 

 

25 mei

Nieuwe mensen

Tijdens een korte wandeling door de buurt kwamen Doris en ik een kind van een jaar of tien tegen met een klein hondje, Sammie. Sammie en Doris vonden elkaar wel aardig. Ze vertelde dat hij bang is voor vuilniszakken, ik vertelde dat Doris bang is voor scooterhoezen. Sammie had gele vlekken in zijn vacht, sinds hij van de zomer in een pension geweest was. 'Ik ben tweeënhalve maand geleden naar deze buurt verhuisd,' zei het meisje toen. 'Ik moet nog nieuwe mensen leren kennen.' 'Oké,' zei ik. We praatten nog even over de honden en toen gingen we allebei weer verder.

 

 

24 mei

Polaroids 1998

 

 

24 mei

Staartje optredens

Voor mijn zomerschrijfstop ingaat, ben ik nog een paar keer live en minder live te zien: vanavond geef ik een lezing bij Spui 25 in Amsterdam. Zondagavond ben ik te gast in het programma Druckfrisch op de ARD (Duitse tv). Eerder die dag geef ik een lezing en workshop bij Een moreel paardenkompas in Bergen op Zoom. 31 mei presenteer ik een paper met de titel Stray agency and interspecies care op de Social Difference and Nature workshop in Edinburgh. En 7 juni geef ik een lezing over dierentalen op het Antropoceen Symposium in Sexyland te Amsterdam.

 

 

23 mei

Den Haag 2003

 

 

22 mei

Een terugreis

1. Ik zit in de trein. We reden net langs een station en ik zag mensen instappen en dacht: ik heb ook zin om met de trein te reizen. Het riep lichte heimwee op. Maar dat doe ik al, ik zit in de trein en ik ben zelfs onderweg naar huis, dus ik ben hier niet, of ben ik hier wel?
2. De treinreis die ik maak is de allerbekendste: die tussen de stad waar mijn ouders wonen en de stad waar ik woon. Ik ging vroeger, toen ik nog in de stad woonde waar mijn ouders wonen, al vaak met de trein naar de stad waar ik woon en deze reis loopt dus als een rode draad door mijn leven (ook al heb ik tijden in een andere stad gewoond, een andere route genomen, alles komt altijd weer terug, maar anders).
3. Misschien is dit alleen het begin van een herinnering.
4. Ik ging toen ik vijftien was met een goede vriendin van me met de trein naar Björk in Ahoy. Zij was haar kaartje vergeten. Hoe kon ze dat vergeten? Ik wachtte in Purmerend tot ze heen en weer was gegaan, we waren nog op tijd. We hadden eerder die dag bij de balie op het station om de route gevraagd, de tijden opgeschreven. Het was een dure reis, wel twintig gulden of zo. De trein stopt nu niet meer in Purmerend.
5. In een veld met schapen staan ganzen, in een veld met paarden hazen.
6. Het is een weekendavond, mensen gaan terug naar huis. Ze hebben fietsen bij zich, koffers, geliefden, honden, breien gesprekken van vaak gebruikte woorden.
7. We blijven na CS in de trein zitten, vanaf Amstel kunnen we lopen. De honden willen eruit. Omdat het druk is, gaan we in het halletje zitten, helemaal aan het begin van de trein. ‘We zijn er bijna,’ zeg ik. Olli gaat voor de deur staan, zijn hoofd raakt hem bijna, alsof hij hem zo open kan laten gaan. Het lukt, een minuut of tien later, we komen altijd aan, al duurt het soms lang.

 

 

21 mei

Wild

Mijn uitgever kocht bloemen voor me. 'Doe maar een beetje een wild boeket,' zei ze tegen de bloemist.

 

 

20 mei

 

 

20 mei

Soorten vragen die ik krijg na lezingen, met voorbeelden

1. De informatieve vraag. ‘Hoe onderzoeken ze de taal van de prairiehonden precies?’
2. De ethische vraag. ‘Hoe moet ik met mijn hond omgaan, nu we dit allemaal weten?’ Mits oprecht gesteld is dit vaak de ontroerendste.
3. De vraag die geen vraag is. Deze komt in verschillende variaties voor. De vraagsteller is in alle variaties in 95% van de gevallen een man.
a) De spirituele variant. De vraagsteller doet zelf aan telepathie met (overleden) dieren, of iets anders dat in relatie staat tot mijn lezing, en wil daar graag over vertellen. Deze vraagsteller praat door tot ik vraag of hij nog een vraag heeft.
b) De denigrerende variant (deze komt na elke lezing langs, de steller is vrijwel zonder uitzondering een witte man tussen de 25 en de 85). De vraagsteller is het niet met me eens en wil me belachelijk maken. Vaak heeft hij geen kennis over het onderwerp maar wel een sterke intuïtie. Hij voelt zich meestal bedreigd (‘ik mag geen dieren meer eten’) en heeft eigenlijk geen respect voor de spreker. Dit blijkt ook duidelijk uit zijn lichaamshouding. Hij luistert vooral graag naar zichzelf en heeft nooit genoeg aan één vraag.
c) In de academische variant is de vraagsteller meestal een witte man van boven de zestig die vanuit zijn eigen denkrichting of werk problemen ziet. Niet het werk dat ik (of wie dan ook) presenteer staat centraal maar zijn eigen werk. Hij steekt na iedere lezing meteen zijn hand op.
4. De monoloog. Op grote conferenties en festivals is er altijd iemand (ouder, sjofel gekleed) die gepensioneerde performancekunstenaar, bioloog of activist is en eigenlijk ook mee wil doen. Het is de kunst deze persoon niet te vaak het woord te geven, omdat alles anders uitloopt. Hier komt de emotie vaak ook om de hoek kijken.
5. De studentenvraag. Dit is een mix van 1 en 3b. De vraagsteller weet iets over het onderwerp en vraagt naar een specifiek detail. Uit het detail blijkt dat hij voornemens is de spreker onderuit te halen. Dat lukt niet, want daar weet hij te weinig voor.
6. De andere vraag. Uit de vraag blijkt dat de vraagsteller niet heeft begrepen waar de lezing over gaat. Maar dat geeft niet. Over het andere onderwerp kunnen we het ook wel even hebben.
7. De persoonlijke vraag. Hoe ben ik hier toch toe gekomen? Hoe combineer ik toch alles wat ik doe? Ik heb ook vogels in de tuin, weet u misschien wat dit of dat gedrag betekent? Kunnen we een keer koffie gaan drinken? Deze wordt gesteld door aardige oudere mensen en door vieze mannen. Gelukkig zijn die groepen goed van elkaar te onderscheiden.
8. De vraag achteraf. Deze vraagsteller durft niets te zeggen in groepen en spreekt me aan als ik mijn jas al aan heb en naar huis wil. Ze durft me ook niet echt aan te kijken, maar praat toch door tot ik zeg dat ik weg moet om mijn trein te halen.

 

 

19 mei

Vanochtend

Zwaluwen scheren over het meer - mug, mug, mug.

 

 

18 mei

Kusjes

Woensdagochtend liep ik hard door het Amstelpark, of eigenlijk jogde ik, niet al te hard, met twee honden. Ik nam een andere weg dan anders en kwam door de Rododendronvallei, die prachtig bleek, vanwege de kleuren (ook hebben sommige planten tot de verbeelding sprekende namen als R. Pioneer). Ze stonden aan een kronkelig vrij donker pad aan de buitenste rand van het park. Wel een aanrader, net als de rest van dat park, dat een jaren zeventig uitstraling heeft maar vooral heel veel verschillende planten.
's Middags kreeg ik met vijf anderen de Praemium Erasmianum Dissertatieprijs uitgereikt in het gebouw van de KNAW, dat uit een andere tijd lijkt te stammen - de stoelen en de muren in de koffiekamer waren met dezelfde stof bekleed, er stonden witte stenen hoofden van vroegere mannen, tegen het plafond in het trapgat waren vogels te zien. In de zaal van de uitreiking hingen portretten van mannen; er was één vrouw te zien, naakt en wulps (vrouwen en dieren doen het goed als ornamenten). Ik kreeg een mooie lofrede te horen en vertelde de mensen over de prairiehonden en hoe het verder moet met de politiek. Er waren lieve mensen gekomen.
's Avonds aten we humus en daarna ging ik weer naar huis. De honden waren heel blij dat ik er weer was. Doris heeft het kusjes geven ontdekt. Ik krijg er ongeveer twee per dag.

 

 

17 mei

Het hoge gras

 

 

16 mei

Humor

Er zijn twee soorten mensen: mensen met wie je kunt lachen en mensen met wie je niet kunt lachen. Er zijn dus twee groepen mensen: mensen met wie ik kan lachen en mensen met wie ik niet kan lachen. Die groepen zijn waarschijnlijk voor niemand precies hetzelfde en misschien veranderen ze door de tijd (voor sommigen). Hieruit kun je concluderen dat er meer groepen mensen dan mensen zijn. De eerste groep is trouwens voor mij veel kleiner dan de tweede en divers qua samenstelling. Verder is een gedeeld gevoel voor humor niet af te dwingen en is gevoel voor humor niet voorbehouden aan de mens, maar daarover een andere keer meer.

 

 

15 mei

Troost

Ik zat toevallig naast Olli toen er in de steeg een rotje werd afgestoken. Hij schrok en sprong zo in mijn armen. Ik pakte hem even heel stevig vast (daar houdt hij normaal niet van) en de angst verdween uit zijn lichaam (normaal blijft die lang hangen, vertrekt hij naar een andere kamer of blijft hij alert liggen met zijn oren omhoog). Het komt niet vaak voor dat je iemand echt kunt troosten, of zelf echt getroost kunt worden. Het verzoende mij met het erge, voor heel even. (Dat kan ook altijd maar heel even natuurlijk.)

 

 

14 mei

Speak II

 

 

13 mei

Speak to me and watch me grow

 

 

12 mei

Nog een keer voor wie het gemist heeft

Mijn artikel The good life, the good death, over euthanasie van en met andere dieren, is hier te downloaden.

 

 

12 mei

Zielige pijl (München)

 

 

11 mei

De wereld is zo groot

1. Ik schrijf dit op het terras van het Haus der Kunst (een van de mooiere musea waar ik ooit geweest ben - de tentoonstelling Blind Faith die er momenteel te zien is, is zeer de moeite waard) in München. Het televisieprogramma Druckfrisch had me uitgenodigd om over de Duitse vertaling van Dierentalen te komen praten dus vanochtend was ik in een soort opvangplek voor boerderijdieren ten noorden van München. Het interview vond plaats op het landje van de grote geiten, die zich toen ik aankwam in de hoek van hun stal ophielden. Ze waren bang voor de camera's, en de uitingen van de cameramannen, die keihard met een emmer biks schudden om ze te lokken, hielp niet mee. Het was een wat stroef interview; de interviewer ging niet in op wat ik zei maar stelde alleen vragen. En het is meestal fijner als de interviewer het (nog) niet met me eens is, dan kan ik meer uitleggen, nu vond hij alles goed. Maar het Duitse publiek weet nu wel van Der Sprachen der Tiere en misschien viel het mee (hij vroeg naar Wittgenstein, dus inhoudelijk was het wel). Na afloop reed ik met de interviewer en regisseur mee naar de stad - we maakten vanwege wegafsluitingen een omweg door talloze dorpen. In de stad gingen we ieder ons weegs - zij gingen vis eten en ik zag een vegan café, waar ik in gesprek raakte met iemand die aan persoonlijke ontwikkeling doet (hij helpt anderen met hun persoonlijke ontwikkeling) - het was wel een goed gesprek, geen onzin. De zon scheen, mensen slenterden langs. Ik at een linzensalade en maakte een wandeling langs de Isar naar het museum. Google maps raakte een beetje van streek omdat ik steeds verkeerd liep, maar de zon scheen zoals ik al zei en alles was zo groen.
2. De taxichauffeur (een Pool) die me aan het begin van de avond weer naar het vliegveld bracht analyseerde de politieke situatie in Europa voor me. Ik was het vrijwel helemaal met hem eens. Ik vind de politieke analyses van taxichauffeurs sowieso vaak goed. Misschien komt dat omdat ze veel tijd hebben om over politiek na te denken en met veel verschillende mensen over dingen praten. Hij vertelde dat zijn langste rit ooit van München naar Hengelo was, waar hij een groep Albaniërs zonder visum heen bracht in 1999. Hij zei ook dat niemand dertig jaar geleden ooit gedacht had dat de grenzen van Europa open zouden gaan en dat ontroerde me - voor hem betekende het veel. En hij vertelde dat de Poolse staatstelevisie de vrijheid in de Benelux en Duitsland met totale minachting beschouwt. Er is ook commerciële teevee maar die is in handen van een vriend van Trump, dus daar schieten ze qua conservatisme nog niks mee op.
3. Op schelpeneilandjes in de Isar lagen 's middags mensen te zonnen. De bomen in de stad waren groot en groen, veel droegen bloesems, overal in de stad waren leuke zithoeken. Achter het museum is een uitgestrekt park, waar ze onder een brug surfen. Dat is nogal een attractie, de brug staat vol met toeschouwers. Het was eigenlijk een dag om in het gras te gaan liggen. Dat is sowieso waar ik zin in heb. Niet in lezingen geven, niet in boeken redigeren, gewoon in het gras liggen en af en toe met mijn voeten in het water. Woordeloze dingen.
4. Een van de varkens vond ons bezoek wel geslaagd. De derde cameraman stond in zijn weitje en hij volgde hem steeds.
5. Kort ergens zijn levert indringende herinneringen op aan kleuren en straten, maar voelt als een droom, als niet-echt.
6. In het vliegtuig terug las ik Dagelijks werk van Renate Dorrestein - ik had het boek speciaal gekocht om op de terugweg te lezen, omdat ik al verwachtte moe te zijn. Het was een goede zet, het was fijn om onderweg naar haar te luisteren. Ik las Dorrestein veel op de middelbare school en daarna nog zelden, maar ze heeft me na het verschijnen van Dagpauwoog nog eens live geïnterviewd en bleek belangstellend en open. Het is een grappig boek, voor schrijvers omdat het herkenbaar is, maar voor de rest van de mensen is het ook een aanrader. Schuin voor me las iemand de krant. Ze las bijna een uur lang dezelfde pagina, iets over een bouwschandaal in het Duits. Bij het uitstappen bleek dat ze een grote rolkoffer bij zich had, waarmee ze goed de loopband kon blokkeren.

 

 

10 mei

Vanmorgen

(Ook plantte ik op deze Hemelvaartsochtend twee aardappels.)

 

 

9 mei

De coywolf

Een paar weken geleden woonde ik een presentatie bij van Clemens Driessen over onder andere de coywolf. Dat dier is zoals de naam al aangeeft een kruising tussen een coyote en een wolf (of een ondersoort van de coyote, daar is discussie over). Ze zijn niet zo gefokt, maar ontstaan op de grenzen van de leefgebieden van deze dieren, waar de soorten elkaar ontmoeten. Ze kunnen zoals coyotes en honden goed leven in menselijke gebieden en als wolven in bossen en op vlaktes. Het is dus eigenlijk een toevallige supersoort, die het bestaan van grenzen tussen soorten in twijfel trekt. Hier kun je meer lezen.

 

 

8 mei

Vakantieplannen

 

 

7 mei

Mijn lievelingsduif

Mijn lievelingsduif is ziek. Al een tijdje. Eerst dacht ik dat ze snel dood zou gaan, maar ze is er nog. Ze is zelf sterk en haar partner ook - hij zorgt zo goed voor haar nu, houdt de andere duiven tijdens het eten bij haar weg en blijft bij haar in de buurt. Ik probeer haar bij te voeren, misschien zou ik haar wel kunnen vangen maar ik ben bang dat ze haar direct zullen laten inslapen en het zou haar ook veel stress opleveren. Ze kan beter hier doodgaan, in de binnentuin waar ze haar hele leven gewoond heeft en alles kent. Ik ken het stelletje al dik zeven jaar en ze was volwassen toen ik haar ontmoette, dus ze is al zeker al bijna acht, misschien wel wat ouder. Vandaag heb ik haar trouwens nog niet gezien, haar partner ook niet, dus ik maak me zorgen - maar het zou, hoe verdrietig ook, voor haar misschien goed zijn om te sterven, ze heeft zo'n mooi leven gehad. Haar vriend blijft dan alleen over. Hij is net zo lief als zij.

 

 

6 mei

 

 

5 mei

Rozenoord

Gisteravond was ik bij de herdenking van de slachtoffers bij Rozenoord, tussen Zorgvlied en het Amstelpark in Amsterdam. Bij Rozenoord zijn ongeveer honderdveertig verzetsstrijders gefusilleerd. De tweede toespraak was van een vertegenwoordiger van een Joodse organisatie, die waarschuwde voor hedendaags antisemitisme. Hij noemde daarbij steeds nadrukkelijk dat het gevaar uit islamitische hoek kwam, waarmee hij onterecht angst voor moslims en moslimhaat aanwakkerde. Het was echt shockerend. Een herdenking is geen gelegenheid om iemands speech te onderbreken, maar na afloop werd hij er gelukkig door verschillende mensen op aangesproken en de toespraak die erop volgde was van iemand die wel begreep dat moslimhaat net zo erg is als antisemitisme. Het was een smet op een verder wel mooie herdenking, hopelijk zoekt de organisatie voor volgend jaar de dialoog.
Na afloop zaten we nog even op een veldje. De zon stond laag en er kwamen konijnen langs, die wonen daar.

 

 

4 mei

Het goede leven en de goede dood

Mijn artikel 'The Good Life, the Good Death: Companion Animals and Euthanasia' is gepubliceerd in Animal Studies Journal en is hier te downloaden en te lezen.

 

 

3 mei

Totem

 

 

2 mei

Anjers waren het geloof ik

Bij de AH op het Amstelstation wilde ik een bosje bloemen kopen. Een van de meisjes achter de kassa begon meteen te schreeuwen dat ik met de honden niet naar binnen mocht. We schreeuwden wat heen en weer en het kwam erop neer dat ik de bloemen niet kon kopen. Het is een inloopwinkel met zelfscannen, ik heb er nooit eerder problemen mee gehad. Ik telde de euro's uit en legde ze neer. 'U heeft ze gestolen. Ik moet ze scannen,' schreeuwde het meisje. 'Nee hoor,' zei ik. 'Ik heb betaald.' Toen liep ik weg. Doris was er een beetje zenuwachtig van.

 

1 mei

Uma

In het ziekenhuis opende ik eerst de gangkast, links naast het bordje met bevalkamer 9 erop. Er kwam een groepje vrouwen in witte jassen aan, die me vroegen waar ik naar op zoek was. De voorste wees me de juiste deur. 'Weet ze dat je komt?' vroeg ze, maar ik had de deur al open gedaan. In het ziekenhuisbed lag mijn zusje met de allerliefste baby ter wereld op haar borst. Ik had het kindje een uur daarvoor door de telefoon al gehoord (ik moest eerst nog een gesprek voeren over honden, als inleiding bij een film in Rialto). En ik kende haar al een tijdje uit de buik natuurlijk. Maar nu was ze er echt, en sinds ze er is, is er iets veranderd, een fenomeen dat ik verder alleen maar ken van de dood. Ze heeft al grote handen en voeten en is heel sterk voor een baby, en alles is nog nieuw.