weblog
                    archief

 

30 november

De ja-maarhond

 

 

29 november

Ruis
voor R.

Bomen tonen hun skeletten
Lijken
Kaal en schoon
Lijken
Op waarheid. Hij vecht ergens tegen
Vandaag is het de dag
Die lijkt op
Iedere dag. Hij hoopt op
Een evenwicht, een draad, een aanwijzing, iets
Hij loopt op een draad
Dit is geen
Dat hem erbij laat blijven
Dit is geen antwoord
Hij loopt naar het raam
Dit wachten
Dit geen
Dit blauwe uur, schemering
Ze zeggen dat het in het weekend
Zal gaan sneeuwen, dat het nu echt kouder wordt

 

 

29 november

Rug (naar Picasso)

 

 

28 november

Slaap maar kleine Putih

Liedje voor de poes (al wat ouder maar nu van toepassing), hier. Je kunt het inlogschermpje van dropbox gewoon wegklikken en het bestand dan downloaden.

 

 

28 november

Honden houden van herkennen

'Heb je er twee?' Ik had de mens van de kleine zwarte mopshond al een tijd niet gezien. Ze liep met de mens van Puck, en de twee honden. 'Nee, die is niet van mij.' De dolle herdermix illustreerde wat ik zei en rende een zijpad in. 'Hoe is het met hem?' vroeg de mens van Puck. Die zie ik regelmatig, en ze wist dat Titan geadopteerd was. Ik vertelde dat Olli eerst verdrietig was en dat het nu wel weer ging, en dat hij meer een hondenhond is dan een mensenhond. De mens die ik al een tijd niet gezien had aaide Olli en dat maakte hem heel blij. 'Hij is toch heel sociaal,' zei ze. Ze droeg een muts, ik kon zien dat ze geen haar meer had. Omdat we elkaar zo lang niet gezien hadden leek het me ongepast om te vragen of ze ziek was. Bovendien kon ik zien dat ze ziek was. 'Hij is heel loyaal,' zei ik. 'Jij was in het begin steeds heel lief voor hem en dat weet hij nog heel goed.' Ze was een van Olli's speciale vriendinnen in de tijd dat hij nog zo bang was, ze zei hem altijd uitgebreid gedag en hij is daar heel gevoelig voor. 'Ik ook,' zei de andere vrouw, een beetje verontwaardigd. 'Ja, jij ook,' zei ik. Ze aaiden Olli nu allebei en spraken lieve woordjes tegen hem. Olli begon een beetje te dansen van geluk. Daarna liepen ze verder om de vijver, Olli en ik gingen naar het veld. De vrolijkheid zat nog in zijn lichaam en hij sprong bijna bovenop de eerste hond die we tegenkwamen. Die liep naast de fiets, dus dat kwam niet zo heel goed uit, maar de man op de fiets moest erom lachen. Soms is het makkelijk om anderen blij te maken.

 

 

27 november

Maanboog

 

 

26 november

Binnen en buiten

Gisteren sprak ik op de UvA over de rol van dieren in dierenactivisme, vandaag moest ik eerst naar een workshop in Wageningen waar (onder andere) een tekst van mij over dieren en democratie werd besproken, daarna sprak ik in Nijmegen over dierenactivisme en Dagpauwoog en engagement in de kunsten op een symposium tijdens het Wintertuin festival*. Deze drie dingen gingen over waar ze over gaan, maar ook over mij als activist, en over de rol van de filosoof en de schrijver. Ik had daar van tevoren niet zo over nagedacht. Het symposium was het leukst, hoewel de bijeenkomst op de UvA ook best leuk was - vrolijker dan die bijeenkomsten anders zijn, en met veel dierenverhalen. Ik was er bij alle drie presentaties niet helemaal met mijn gedachten bij omdat het niet zo goed gaat met Putih. Hij is al drie jaar ziek, hij heeft een chronische maag-darm ontsteking en krijgt daar medicijnen voor. Omdat hij overgevoelig is voor bijwerkingen krijgt hij een te lage dosis, waardoor hij wat problemen houdt. Meestal gaat het redelijk, alleen de afgelopen weken wilde hij minder goed eten en is hij te veel afgevallen waardoor hij in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Hij was de afgelopen dagen echt ziek en hij is erg afgevallen; alles is onderzocht, er is zelfs een echo gemaakt, maar ze konden niets vinden. We gaan het nu met andere medicijnen proberen, en ik moet hem dwangvoeren zolang hij onvoldoende eet. Putih en ik waren veel wakker samen, de afgelopen nachten - hij misselijk, ik ongerust. Hij slaapt altijd bij me. Gisteravond kwam ik terug van de universiteit en toen heb ik een hele tijd met Olli en hem op het bed gezeten, we vonden het alledrie fijn om bij elkaar te zijn. De komende dagen blijf ik thuis, hopelijk kunnen we vannacht beter slapen, hopelijk voelt hij zich snel beter. Hij is mijn lieve vriendje, een echte goede kat.

* De bloemlezing Vuur! is ondertussen verschenen; vraag ernaar bij je boekhandel.

 

 

25 november

Prullenbak die zich smiley voelt

 

 

24 november

Animal Activism and Interspecies Change

Morgen bespreken mijn tekst met bovenstaande titel bij het Philosophy and Public Affairs Colloquium van de Universiteit van Amsterdam. Als je dit wil bijwonen moet je even mailen want je moet de tekst van tevoren lezen, ik geef alleen een korte samenvatting. Zie abstract en details hier.

 

 

23 november

Vuur!

In de de bloemlezing Vuur!, waarin Anton Dautzenberg Nederlandstalige schrijvers toont die het maatschappelijk engagement niet schuwen, is een fragment uit Dagpauwoog opgenomen. Donderdag is er als boekpresentatie een symposium over engagement in de kunsten in Nijmegen, op het Wintertuinfestival, waar ik ook zal voorlezen en over engagement zal spreken. Zie hier de details.

 

 

22 november

Apie en Vriendje

 

 

21 november

Aquarel

In de metro zit ik naast iemand die naar schoonmaakmiddel ruikt. Een man, zie ik als ik opzij kijk. Als ik naar voren kijk zie ik mijn eigen gezicht. Eerder deze week zag ik voor het eerst het gezicht van mijn oma in het mijne. Vreemd, hoe de dingen soms bewaard blijven. Tijdens het eten vertelt mijn zusje dat iemand zei dat ze op mijn dode tante lijkt, dat ze dat zelf niet ziet - de tante zou vandaag jarig geweest zijn. 'Het is familie,' zeg ik, en ik haalde mijn schouders op. 'We lijken allemaal een beetje op elkaar.' Op de terugweg is de trein vertrouwd. Ik ken de mensen met wie ik reis niet, toch voelt het alsof ik in mijn woonkamer zit. Het is de vermoeidheid, die haalt de randen van de ervaring af en laat me samenvallen met waar ik ben. Het patroon op de wand achter mijn stoel is ontworpen door Marijke de Goey. Misschien is dat familie van Ed de Goey. Misschien is het De Goeij. Een keeper, ik zie zijn gezicht zo voor me. Ik zou het niet erg vinden om het te vergeten. We rijden Amsterdam binnen en een vrouw vraagt me of de trein ook naar Amstel gaat. Ik schrik op, met een schokje, zoals je uit een lichte slaap wakker kunt schrikken. 'Ik weet vrij zeker van niet, anders had ik hem wel naar Amstel genomen.' Vreemd, om iets vrij zeker te weten, bijna een tegenspraak. Ik praat nog even door over mogelijke haltes - hij gaat niet naar Utrecht maar naar Hilversum, Amersfoort. De vrouw bedankt me als ik wegkijk, met zachte stem. Weer een metro. De eerste keer dat ik in Amsterdam woonde was dit ook mijn halte. Ik heb weinig herinneringen uit die tijd, ik weet niet eens meer precies hoe ik naar de metro liep. Nu fiets ik. Het is druk op straat, het is zaterdagavond en de mensen zijn op weg, gaan allemaal ergens naar toe.

 

 

20 november

Beatrixpark

 

 

19 november

Makkelijk doch geavanceerd winters recept - tajine met pompoen en couscous

Nodig: 300 gram couscous
400 gram pompoen (mag ook meer of minder)
falafel (dat kun je kopen of zelf maken)
1 groene paprika
200 gram (uitgelekte) kikkererwten
3 tomaten
1 chilipeper
1 ui
2 teentjes knoflook
handvol verse koriander (of meer, te veel kan eigenlijk niet)
tahin
olijfolie
peper en zout

Doen: Plaats de tajine (of gewoon een pan met deksel) met wat olie op een middelhoog vuur. Hak de ui, knoflook en chilipeper (pitjes mogen er wel in blijven) fijn en doe deze samen met de kruiden in de pan. Roerbak eventjes. Snij de pompoen, paprika en tomaten; gooi de tomaat, paprika, pompoen en kikkererwten in de pan. Meng goed en voeg als laatste nog 50 ml water (of wat meer) toe. Laat het sudderen tot de pompoen goed gaar is (minuut of 20), roer af en toe om. Bereid ondertussen de couscous (ik bak de couscous meestal even in olie en voeg dan bouillon of water toe, water:couscous doe ik 3:2). Verhit een koekenpan met wat olie en bak de falafel. Hak de koriander fijn en voeg deze toe aan de groenten. Serveer de groenten samen met de couscous, falafel en doe er wat tahin over.

 

 

18 november

Pimpelmees

 

 

18 november

Ontmoeting

Het meisje was heel klein, misschien twee of drie, ze kon al wel goed praten. Olli wilde haar gedag zeggen en ze deinsde een beetje terug. 'Wil je hem aaien, of vind je hem te groot? Kijkt, hij kwispelt naar je, hij vindt je lief.' Olli kwispelde met zijn hele achterlijf. Hij was een paar dagen echt verdrietig toen Titan weg was, hij kon er ook niet van slapen, maar de laatste dagen is hij een en al liefde voor iedereen die we tegenkomen. Hij durft ook goed met mij te knuffelen. De moeder van het meisje ging op haar knieën zitten en aaide Olli. Ze zei wat geruststellende dingen tegen het meisje. Ik vertelde dat Olli kinderen altijd lief vindt, dat hij grote mensen soms een beetje eng vindt. 'Wie niet,' zei de moeder. Het meisje begon in te zien dat Olli een grote lieve vriend is en aaide hem een beetje. Op zijn neus, zijn oor, zijn rug. Hij drukte zijn neus in haar hand en daar schrok ze even van. Ze wilde zeggen dat hij haar beet, en de moeder en ik zeiden tegelijk dat hij niks deed. 'Hij snuffelde,' zei het meisje. 'Hij snuffelde aan me.' Toen liepen we verder. Ik was ontroerd, ik weet niet precies waarom. Het was etenstijd, dus Olli liep flink door. Hij krijgt nu sperziebonen bij zijn voer omdat hij op dieet staat. Sperziebonen helpen tegen de honger.

 

 

17 november

Boom aan het einde van de wereld

 

 

16 november

Uit het donker en het licht

Vroeger wilde ik alles onthouden omdat wat onthouden wordt bewaard blijft. Nu weet ik dat wat ik wil onthouden niet bij me blijft, en dat de dingen die zich niet laten vergeten er toch wel zijn. Omdat ik ze ben geworden; omdat er niet zoveel verschil is tussen wat er is en wat er was, en tegelijk alle verschil. Tussen wie er was en wie er is. Maar ik ben niet degene die de lijnen trekt. Ik kan ze alleen navolgen met mijn vinger en zacht proberen te verbuigen. Ik kan ze alleen natekenen, en zo leer ik te begrijpen dat inhoud een kader nodig heeft.

 

 

15 november

Kraai

 

 

14 november

Gelijk

Op het fietspad liep een vrouw. Een fietser belde, waarop zij naar het stoepje aan de buitenrand van het fietspad uitweek, en hij bijna tegen haar aan fietste (hij wilde om haar heen). 'What are you doing,' riep de fietser. 'Ik loop hier,' riep de vrouw. De fietser wees naar zijn voorhoofd en fietste verder. 'Een misverstand,' zei ik tegen haar. Ze knikte. 'Ik heb altijd gelijk,' zei ze. 'Ik loop hier omdat het recht is.' Ze wees naar het fietspad, dat inderdaad mooi gelijkmatig is, zeker vergeleken met de stoep. 'Ik loop hier altijd. Je loopt op het fietspad, zeggen ze dan, maar ik wil niet vallen.' 'Ik begrijp het,' zei ik. 'Al die hobbels.' 'Ik heb altijd gelijk,' zei ze. 'Wat waait het hè. Voor ons vrouwen. Heb je je haar net gekamd.' Op dat moment moest ik helaas de hoek om. 'Mevrouw, ik moet hier de straat in maar ik wens u een goede dag.' Ze stak haar hand op en zei nog eens dat ze altijd gelijk heeft, tegen mij of het fietspad, of tegen de fietser die haar van de voorkant naderde.

 

 

14 november

Tegenover stellen

Help vandaag iemand. Doe boodschappen voor je oma, praat met een eenzame buurman, doneer geld aan een goed doel, schrijf een brief voor Amnesty, maak een straat schoon. Doe iets kleins of iets groters.

 

 

13 november

Kan

Morgenavond lees ik kort vreemd proza voor in Houtzaagmolen De Ster in Utrecht, bij de Vorlesebühne. Het thema is 'Rebelleren: Omdat het kan' en deze avonden zijn altijd wel een aanrader.

 

 

12 november

Uitverkoop

Lieve mensen, ik doe mijn cd's (je weet wel, van die ronde schijfjes met muziek erop) in de uitverkoop. Ze zijn 5 euro per stuk (de prijs is onderhandelbaar) en dan stuur ik ze zonder verzendkosten op. Zie hier de catalogus: A long way en The things a girl should do zijn nog voorradig, van Metamorphosis heb ik nog een paar exemplaren. Er zitten mooie boekjes bij.

 

 

11 november


 

 

10 november

Antwoord II

Het omgekeerde is natuurlijk ook waar: de stad is als een taal en wij zijn komma’s, punten, als we geluk hebben een letter, samen twee letters, we vormen al bijna een woord, ja, ei, van woorden kunnen zinnen komen. Je moet alleen niet vergeten dat tussen de gebouwen planten groeien die daar uit zichzelf mee begonnen zijn.

(lees Antwoord I hier)

 

 

9 november

De profeet

Het verhaal komt hier op neer: het verhaal
Verandert steeds als hij het vertelt
Het komt hier op neer: hij zegt maar wat
Hij is de slang in het verhaal, ik de radende
Maar hij geeft me drie schouders:
Een om tegen te leunen, een om tegen te duwen
En een om op te staan. Nu zie ik bijna alles

 

 

9 november

Toen ik nog een mier was

Toen ik een mier was nam ik mijn familie ieder jaar op mijn rug mee naar nieuwe kleine landen. Wat hadden we het dan ontzettend naar onze zin, we kwamen altijd beladen met cadeautjes terug naar ons kasteel. Dat lees je goed, we hadden een kasteel gebouwd van modder, met luizen in kamertjes. In de zomer scheen de zon naar binnen, in de winter hadden we genoeg ruimtes om in weg te kruipen.

Toen ik een mier was bewaarde ik dingen voor slechtere tijden, ik vond altijd meer dan ik zocht. Ik zocht niet waar ik niets te zoeken had, dat heb ik uit principe nooit gedaan. We vierden alle gelegenheden en we lachten wanneer dat nodig was. In een schrift hielden we bij wie wat gezegd had want ons geheugen liet te wensen over en we hadden geen zin in ruzie over kleinigheden.

Toen ik nog een mier was kende ik de bomen op een manier die voor jou slecht voor te stellen is. De schors in onregelmatige strepen naar beneden. De geur van de regen! Tel daarbij de behoefte aan een noodzaak op, en de wetenschap dat we die noodzaak altijd bij ons dragen. Verder hielden we ons natuurlijk vooral bezig met onderhoud van de dingen die we gebouwd hadden, en onze eigen lichamen.

 

 

8 november

Dag lieve Titan, we zullen je missen

 

 

7 november

Taalnieuws

Kraaien praten vooral met onbekenden als het over voedsel gaat, om te overleggen over de beste technieken. "We hebben aangetoond dat het voorzetten van voedsel bij kraaien ongeveer hetzelfde effect heeft als het plaatsen van een koffieautomaat in een kantoor", beweert onderzoeker Christian Rutz. "Individuen verzamelen zich rond de bron van van voeding en er wordt interessante informatie uitgewisseld."
Verschillende klanken in talen zijn ontstaan door verschillen in landschappen.
Wetenschappers in China zijn bezig de taal van panda's te ontcijferen. Ze kwamen erachter dat mannelijke panda's "baa" als een schaap roepen als ze een vrouwtje het hof willen maken, en dat vrouwtjes daar met een geluid dat lijkt op het getjirp van een vogel op reageren. "Vertrouw me, onze onderzoekers waren zo verward toen we met het project begonnen, ze vroegen zich af of ze nou panda's, vogels of honden aan het onderzoeken waren," aldus Zhang Hemin, hoofd van het onderzoekscentrum. Jongen van de panda's maken een "wow-wow" geluid als ze ongelukkig zijn, en zeggen "gee-gee" als ze hongerig zijn.

 

 

6 november

Simpele hondenkoekjes die ook best lekker zijn voor mensen

250 gram meel
90 gram havermout
85 gram pindakaas
200 ml heet water (ik gebruikte wat minder water en prakte er een banaan door; het gaat erom dat het deeg klef is)

Verwarm de oven voor op 175 graden. Meng het meel met de havermout. Voeg de pindakaas en het water toe, kneed het geheel goed door. Rol er balletjes van en druk deze plat. Leg je koekjes op een met bakpapier bekleed blik en bak ongeveer 35/40 minuten. Laat ze goed afkoelen.

 

 

5 november

Titan heeft een nieuw huis gevonden

Hij gaat zondag in Dronten wonen. Olli en hij zullen elkaar wel gaan missen.

 

 

5 november

Ochtend

 

 

4 november

Voor de dierendenkers onder u

Maandag hebben we (wie?) de Nederlandse afdeling van Minding Animals opgericht. De voorlopige website vindt u hier, hier is de twitter en de facebook is hier. Het doel van het clubje is om het denken over dieren in Nederland te bevorderen en debat te stimuleren.

 

 

3 november

Tramhonden

 

 

3 november

Parkhond

 

 

2 november

Wintervacht

Terwijl mist de kale bomen mooier maakt, of tenminste dromeriger, mooi zijn ze al, luister ik naar The Grotto, mijn plaat voor als de dagen korter worden. Het schemert, de lantaarnpaal in de steeg is aan. De laatste dagen in het Stedelijk sprak ik steeds over sporen, over wat blijft en verdwijnt en over wat je wil bewaren. Over dat we geen grip hebben op wat of wie we kunnen bewaren (maar dat het streven nuttig kan zijn, nodig kan zijn). Afwezigheid is wit, niet zwart. Daarom is sneeuw zo mooi. Ik denk heel lang na over deze zinnen, over wat ik niet zeg, buiten is het nu echt donker. Ik zit hier nog steeds, of ik zit hier weer, tegenover de (niet de, een) afwezigheid die groter is dan ik verwacht, die nu deel van mij is en langzaam zal verdwijnen.

 

 

1 november

Mist laat het licht ook zien (of dat hetgene wat het andere vervaagt het ook naar voren brengt).