archief
evameijer.nl

 

 

30 september

Het kastje met de computer

 

 

29 september

De sprekers







 

 

28 september

Tijd verlopen

'I cannot handle this food.' Een van mijn collega's, een bleke jongen met rood haar, veegt zijn voorhoofd af. 'I'm from Yorkshire. We are just not used to this.' Hij zegt het schertsend, we weten dat het waar is. We zitten aan een lange tafel in een Indiaas restaurant, op de bovenste verdieping, het plafond is zo laag dat we nauwelijks kunnen staan. Het is de afsluiting van een lange dag, die een uur te vroeg begon in het logeerbed - ik leef nog in CET - en me daarna naar de universiteit bracht.
De universiteit van Leeds is gevestigd in een wijkje. De gebouwen zijn huizen, geen nieuwe kolossen of oude hallen; oude huizen, net niet te vervallen, zoals Engelse huizen vaak zijn. De conferentie vond plaats in een kamer met rode stoelen, ingericht zoals al die ruimtes overal op al die universiteiten. Ik loop graag, als ik ergens ben voor een conferentie, van hotel naar universiteit en terug, zodat ik nog wat meekrijg van de stad - anders is het net alsof er maar een universiteit is, die toevallig gevestigd is in gebouwen in verschillende landen. Leeds is weerbarstig, industrieel en somber, met weinig groen. Ik hou best van rauw, alleen is er veel nieuwbouw, veel lelijke nieuwbouw - weinig om lang naar te willen kijken.
De conferentie was warm, met goed eten, genoeg koffie en interessante sprekers. Niet fantastisch, toch inspirerend genoeg, en ik kreeg goede reacties en kritiek op mijn praatje. Er waren oude bekenden en ik maakte nieuwe kennissen. Conferenties zijn tunnels, je gaat erin en komt er na verloop van tijd aan de andere kant weer uit. Met een aantal van de nieuw gemaakte vrienden liep ik naar het Ibis Budget Hotel, geboekt door de organisatoren van de conferentie, dat zijn naam eer aan deed. Een shabby hotel met een hard bed, schone lakens die toch zurig roken en hel licht. Op de gang kwam een vrouw naar me toe, ze kon de afstandbediening niet vinden. Ze schreeuwde bijna, ik kon haar niet helpen.
Ik poetste mijn tanden en ging weer naar beneden, waar ik afgesproken had met mijn collega's. In de lift stuurde mijn redacteur een app, dat ik op televisie was. Meer mensen stuurden me berichten, soms met foto's erbij van een televisiescherm waarin mijn hoofd groot op een tweede televisiescherm tussen echte hoofden te zien was, helder en rond als een lachende maan. Ik vertelde het tegen het meisje met wie ik in de lift stond, die vond dat ik wel wat enthousiaster mocht reageren. 'Je moet nu iets roepen,' zei ze, ze fladderde een beetje met haar armen, zoals Amerikanen dat doen. Mijn collega's arriveerden - een van hen was toevallig ook romanschrijver en filosoof, een Italiaan die in Frankrijk werkt, hij was blij voor me. Ik volgde ze naar het restaurant door een stad die al vertrouwder werd, hoewel het verkeer nog steeds van de verkeerde kant kwam. Het was rustig op straat, de spits was voorbij, onze route naar het restaurant liep langs een industrieterrein. Alle sprekers waren bij het diner, we aten goed en veel. Aan het eind van de avond gingen de filosofen toch weer over filosofische problemen praten, toen werd het tijd om naar huis te gaan. Er liepen nu meer collega's mee naar het hotel dan 's middags, eentje wilde nog wat drinken in de lobby maar de rest, inclusief mij, was te moe. Je kunt over de dood praten alsof het iets abstracts is, maar het blijft wel de dood, de echte dood.
De hotelkamer bleek gehorig, mensen liepen de hele nacht in en uit hun kamers. Ik hoop dat ze leuke dingen deden, dat de rest lekker lag te slapen.

 

 

27 september

Een moonwalkoversteekplaats

 

 

27 september

Leuk Engels patchwork asfalt

 

 

26 september

Amsterdam RAI - Leeds

'Hello love, can I get you anything to eat today?' De railtender heeft een bijna perfect rond hoofd, even rood als de blokjes op zijn overhemd. Ik zit in de trein van Londen naar Leeds, eerste klas omdat dat het goedkoopst was, en ze zijn al drie keer langs geweest om te vragen of ik wat wil eten of drinken. Tegenover me kijkt iemand tentamens na, ik denk tenminste dat dat het zijn; hij drinkt er gin tonic bij en beschrijft kleine gele post-its. Er liggen drie blokjes, hij is heel wat van plan.

De stoelen zijn shabby en lijken op beren.

Het was donker toen ik vanochtend vertrok, in de lucht hing een randje maan, het rook naar herfst. De lucht werd steeds lichter en blauwer, en daarna rood, roze, geel, lila. Mist hing over het land, bedekte de koeien. Later werd het helder.

Voor Roosendaal.

Bij Doncaster ging het regenen. Ik schreef de hele reis, internet ontbrak en dat helpt toch - anders zijn er mails te beantwoorden, dingen te regelen en te beloven en te doen. Leeds is de meest noordelijke stad in Engeland waar ik tot nu toe kwam. Een industriestad, met veel rode baksteen en sjofele huizen. Het waait hier en het is kouder dan in Londen.
Ik schrijf dit in mijn logeerkamer aan de voorkant van een arbeidershuisje, scheef maar schoon. Morgenochtend loop ik naar de universiteit voor een conferentie over dieren en dood (zie hier het programma).

Het uitzicht.

 

 

25 september

Nazomerbomen

 

 

24 september

Dekens

Onderzoekers hebben 23 paarden van verschillende rassen geleerd met symbolen te communiceren. Ze leerden drie symbolen, waarvan een stond voor 'dek op', een voor 'dek af' en een voor 'niets veranderen'. Alle paarden leerden in twee weken wat de symbolen betekenden en kozen afhankelijk van het weer of ze wel of niet een dek op wilden. Er was ook een paard dat altijd koos voor de verandering, waarschijnlijk omdat hij of zij het gezellig vond als het dek op of af gedaan werd. Hier kun je meer lezen over het onderzoek.

 

 

23 september

Animal Politics: Justice, Power, and the State

Op 12 en 13 november organiseer ik met een clubje anderen een conferentie over dieren en politiek op het ISVW landgoed in Leusden. De eerste versie van het programma staat ondertussen online, en wel hier. Op dezelfde pagina kun je je registreren. Het belooft bijzonder te worden.

 

 

22 september

Vogelhuisjes

Het interview met Andrea van Pol ter ere van de boekpresentatie was heel geslaagd (foto Eva Bouman).

We deden ook een voorleesrollenspel (foto Yvette Hofman).

Andrea stuurde me later dit mooie Zwitserse vogelhuisje toe.

Eerder had ik per mail al dit Vogelhaus ontvangen.

 

 

21 september

Gekke vragen

De supermarkt was net open en het meisje van het brood was nog dozen aan het verschuiven toen ik een Waldkornbrood bij haar bestelde. 'Classic of volkoren?' vroeg ze. Ik wilde een classic brood. 'Heel of half?' Ze pakte het brood van de bovenste plank. Soms koop ik er twee, dan vries ik er een in, ik eet veel brood, nu wilde ik er maar een. 'Gesneden?' 'Graag,' zei ik. 'Ik stel gekke vragen, hè,' zei het meisje. Ze keek me aan als een hond die bang is dat ze wat verkeerd gedaan heeft maar niet precies weet wat. 'Nee hoor,' zei ik. 'Je stelt heel toepasselijke vragen.' Toen was ze ook het apparaat met het plakband om de zakken dicht te maken nog kwijt. Ik glimlachte en wenste haar bij het weggaan een heel fijne dag en ik hoop dat ze die ook heeft, een fijne dag. Buiten scheen de zon, het was koeler dan de afgelopen dagen en sommige bomen droegen al gele bladeren.

 

 

20 september

Regenboogalgen

Algen kunnen trouwens kleuren zien.

 

 

19 september

Parrhesia

Iemand vertelde me dat ze iemand anders de waarheid geschreven had. Niet zomaar een waarheid, eentje die een einde inhoudt. Ik dacht aan het begrip 'parrhesia', dat zoiets betekent als 'de waarheid spreken zonder iets te verbergen'. Bij Plato heeft parrhesia een negatieve betekenis, daar is het zomaar zeggen wat je voor de mond komt, maar bij anderen - bijvoorbeeld Euripides - is het juist een deugd. Het spreken van de waarheid is verbonden met moed, omdat het een risico inhoudt, sociaal of maatschappelijk, en dus een relatie aangeeft tussen de spreker van waarheid - die de waarheid zo belangrijk vindt dat ze persoonlijke relaties op het spel zet, of de heersende macht uitdaagt - en die waarheid. Het is ook een plicht. Foucault vat dat in een lezingenreeks - die zeer de moeite waard is om eens te lezen - als volgt samen:

'To summarize the foregoing, parrhesia is a kind of verbal activity where the speaker has a specific relation to truth through frankness, a certain relationship to his own life through danger, a certain type of relation to himself or other people through criticism (self-criticism or criticism of other people), and a specific relation to moral law through freedom and duty. More precisely, parrhesia is a verbal activity in which a speaker expresses his personal relationship to truth, and risks his life because he recognizes truth-telling as a duty to improve or help other people (as well as himself). In parrhesia, the speaker uses his freedom and chooses frankness instead of persuasion, truth instead of falsehood or silence, the risk of death instead of life and security, criticism instead of flattery, and moral duty instead of self-interest and moral apathy.' (klik hier voor alle lezingen)

In activisme lijkt ethische of morele betrokkenheid vaak centraal te staan. Terwijl activisme net zo goed over betrokkenheid bij de waarheid gaat - net als in kunst. Mensen houden meer van geleidelijkheid en bevestiging dan van verandering en kritiek. Maar iedere samenleving heeft waarheidssprekers nodig, omdat de rottigheid anders gewoon door kan woekeren. (Terzijde: dit maakt het niet prettig om op deze manier de waarheid te spreken. Op de manege vroeger hadden we een hoefsmid die de paarden sloeg. Hij kwam twee keer per jaar, en de eerste paar keer schrok ik en deed ik niets - behalve de paarden na afloop troosten - tot ik voelde dat ik iets moest zeggen, iets moest doen. Ik was misschien acht of negen en de hoefsmid had een heel harde stem, en grote handen met eelt die grote ijzeren tangen vasthielden (die strepen achterlieten op de paardenbuiken). 'Je moet ze niet slaan,' zei ik, toen hij een van mijn lievelingspony's had geslagen (Carola, een zachte palomino merrie met een brede witte bles). Ik weet niet eens of hij me hoorde, hij sloeg de rest van de dag wel minder hard. Tijdens de keren die volgden hield ik de paarden vast, bleef ik er zo dicht mogelijk bij, in de hoop dat dat zou helpen en om erbij te zijn. Op filosofieconferenties (en elsewhere) verkondig ik tegenwoordig net zo goed impopulaire voor sommigen niet serieus te nemen standpunten, maar ik ben in mijn rol als soldaat gegroeid - zodanig dat ik soms moeite heb degene daarachter terug te vinden, maar daarover een andere keer meer - met soldaat bedoel ik overigens geen star vasthouden aan, maar een betrokkenheid bij iets dat belangrijker is dan ik zelf ben (en ook iets met discipline en motivatie).)
Parrhesia is dus een ander soort waarheid dan de meetbare uit de empirische wetenschappen. En ook een ander soort waarheid dan die van de ideologie - het gaat ook over jezelf ter discussie stellen. Hierin is het belangrijk om te onthouden dat van een handeling het eindresultaat nooit vaststaat - dat de handeling zelf dus waarde heeft, zonder de uitkomst te berekenen. Dat berekenen doen we (als samenleving) veel te vaak. Het lijkt misschien alsof kleine daden geen effect hebben op grotere systemen, terwijl daar ook wel degelijk (effectief) verzet mogelijk is. Anders consumeren is een voorbeeld, of dingen voor anderen doen zonder daar iets terug voor te verlangen, of zeggen wat nodig is, ook al weet je dat het je niet in dank zal worden afgenomen.

 

 

18 september

Tramhonden

 

 

17 september

Slapen II

De dagen en nachten zijn opgedeeld in blokken met dromen, het is niet zo dat die dromen samen een groter verhaal vertellen, ze verdrijven alleen de tijd.

 

 

16 september

Slapen

Ik ben ziek, het lijkt griep, en ik denk aan iedereen van wie hou, aan hoeveel ik van ze hou. Verder wil ik alleen slapen.

 

 

15 september

Nooit meer slapen

Afgelopen nacht was ik te gast bij het radioprogramma Nooit meer slapen. Het Mediapark was best creepy by night. Ergens om een hoekje stond ineens een vrouw in een rolstoel. Ik weet niet op wie of wat zij wachtte.

Ik stond wel leuk bij het tapijt.

Het interview is hier terug te luisteren.

 

  

14 september

Dierentalenpolitiek

Voor de Kring voor Internationale Betrekkingen schreef ik een stuk over mijn onderzoek. Je kunt het hier lezen.

 

 

13 september

Zwerfkatten bij 30 graden

Deze vent bewaakt het object met brokjes.

Iemand vindt het helemaal niet te warm om in een pluchen huis te kruipen.

 

 

12 september

Het vogelhuis is gearriveerd

 

 

11 september

Overkant

We zagen de zon niet, boven het IJ, alleen de strepen in de lucht nadat hij ondergegaan was: lichtblauw, donkerblauw, lila, en daarna van zacht naar fel roze. Er waren allerlei mensen om ons heen bij het terras op het strandje en toch was er vooral het gesprek dat we voerden, het witte luchtbed in onze nek. Toen we wegliepen waren de staten leeg en van ons, ze hadden langer mogen zijn. We kwamen langs een bruiloftsfeest en hoorden de vader van de bruid hartgrondig 'eindelijk heb je iemand gevonden' zeggen - hij was rood en zweette, het spreken maakte hem zenuwachtig - hij bedoelde het waarschijnlijk niet onaardig. We aten friet aan een picknicktafel bij de kade, het was lekkere friet. Het was niet warm meer, maar warm genoeg. De jongen vertelde van welke muziek hij hield, ik stelde vragen, jij at. De bruiloftsgasten liepen langs, ze hadden heel grote witte ballonnen bij zich. De dag boog met ons mee, zich naar ons toe. Op de pont terug naar de stad leken de huizen aan de kant uit een tekenfilm, heel gestileerd, en het dek stond vol met mensen en je stond heel dicht naast me.
Op de kade ging de wereld weer aan, fietste ik door de tunnel naar mijn huis, waar twee honden op me wachtten, onderweg gaf ik bij ieder zebrapad mensen voorrang.


 

10 september

Mijn witte vriendje

Putih is alweer meer dan twee maanden dood, of nog maar, en alles gaat gewoon verder.

 

 

9 september

Lezingen en andere publieke aangelegenheden

De komende maanden heb ik redelijk wat lezingen, interviews en andere dingen - sommige gaan over Dierentalen, andere over Het vogelhuis, en soms doe ik allebei. De volledige lijst is hier te vinden, je bent van harte welkom.

 

 

8 september

Strepen



 

 

7 september

Katten 2

Tijdens het eerste vroege rondje loopt Olli altijd los. Vanochtend liep hij ineens kwispelend de straat op - het was donker en er reden geen auto's, dus het kon geen kwaad, maar hij doet dat eigenlijk nooit. Achter een auto zat een zwarte kat, die het niet zo heel erg leuk vond dat Olli hem een neusje gaf. Hij bleef wel zitten. 'Wat een lieve poes hè,' zei ik tegen Olli. 'Dat is net zo iemand als Putih.' Hij kwispelde, keek heel blij. Hij heeft sinds Putih dood is geen kat meer gezien van dichtbij - soms zien we ze in de verte lopen. Ik denk dat hij aan hem moest denken. Thuis kreeg hij brokjes, met een schepje edelgistvlokken erover, dat vindt hij hartstikke lekker.

 

 

6 september

Katten 1

Op dinsdagochtend doe ik vrijwilligerswerk bij de Stichting Amsterdamse Zwerfkatten. Ik was eigenlijk aangenomen voor het schoonmaken, en ben in die hoedanigheid ook uitgebreid en met veel bleek ingewerkt, maar nu ben ik gepromoveerd naar kantoor, omdat ik zo normaal ben ('zo normaal ben ik niet hoor,' zei ik tegen degene die besloten had dat ik normaal was, maar ze bleef bij haar standpunt). Daar neem ik dus de telefoon aan en maak ik folders op de computer. Ook komt hondje Bobbie vaak op schoot zitten. Dat is met bellen niet zo'n probleem, als ik iets op de computer moet doen is het lastiger. Aan de telefoon blijken bellers vaak tot meer bereid dan ze zelf denken. Ze willen dat wij de katten komen ophalen, maar als dat dan een paar weken gaat duren (we moeten eerst folders verspreiden en daarna wachten tot de eventuele eigenaar zich meldt), hebben ze toch ineens een familielid dat ze naar de dierenarts kan rijden of een transportmandje.
Boven zijn twee kennels waar de katten lopen die los kunnen. Beneden zitten de nieuwe, allemaal in hokjes, ze zijn vaak nog heel wild (ze hebben hun oren naar achteren, brommen als iemand langsloopt). In de kennels zitten sommigen katten ook in hokken (om te wennen), soms met twee bij elkaar, als ze bij elkaar horen. Er zijn oude stellen die eigenlijk nergens heen kunnen en tegen elkaar in een bak liggen, en kittens die zachtjes roepen. Er zijn veel grote cypers, en zwarte katten die zich verstoppen.
Het is leuk werk, maar soms mis ik Putih erg, vooral als ik de katten ga aaien.

 

 

5 september

De raamkwispelaar

 

 

4 september

Op een opening in een kerkje in Benningbroek

Vanochtend was ik naar de opening van een expositie met foto's van mijn vader. Naast de foto's was er een installatie te zien. In de installatie - een verzameling identieke kleine stenen huisjes - zat een vlieg. Hij of zij liep steeds tegen hetzelfde huisje op. Ik wachtte tot het openingspraatje afgelopen was, leende een leeg bekertje bij de strenge mevrouw van de kerk (met permanent) bij de koffie en pakte de vlieg op. Het publiek, bestaande uit Westfriese kunstliefhebbers en kerkgangers, keek geïnteresseerd toe. Een man met onnatuurlijk rode wangen vertelde me dat de vlieg eerder van huisje naar huisje vloog. De pastoor had er zelfs aandacht aan besteed. 'Ik haal even een vlieg uit de installatie,' zei ik tegen de kunstenaar, die ik in de hal passeerde. 'Ja, dat is zo slordig hè,' zei ze. 'Nee,' zei ik. 'Die vlieg is heel zwak, hij moet eten. Anders gaat hij dood.' Daar schrok ze van. Ik zette de vlieg in het gras voor de kerk, waar hij of zij beduusd even bleef zitten. Voor de opening had ik al een zwart-rood lieveheersbeest uit de installatie gehaald, dat diertje vloog buiten meteen weg. In de kerk zongen de kerkgangers met een aantal kunstliefhebbers ondertussen In Holland staat een huis, begeleid door accordeonmuziek.

 

 

3 september

Kaarten

Ik zat in de auto met iemand die de Postcode Kanjer had gewonnen. Ze was ondertussen verhuisd, maar had altijd het lot aangehouden van haar oude straat, omdat ze niet zou kunnen verkroppen dat haar oude buren wel zouden winnen en zij niet. Haar ex had nog twee loten, dat zag ze op televisie; dat was jammer. Ze vond nu eigenlijk dat ze op haar nieuwe adres ook moest winnen. We reden in haar nieuwe auto, een felrode. Na het verhaal over de Postcode Loterij vertelde ze dat ze pas kanker had gehad. Ze vroeg me waarom ik geen bestseller schreef. Ik vergat te zeggen dat ik niet geloof in het uitdrukken van waarde in geld en ging in op de technische aspecten. Op de achterbank sliep de jonge hond, die die dag voor het eerst met de trein geweest was, paarden gezien had, en door het bos gerend had. We hadden kleine kikkertjes zien springen, en ik had de raven gehoord die daar in de buurt wonen. Er zijn zoveel manieren om de wereld in kaart te brengen. De vrouw zette ons af op station Bussum-Zuid. In de Sprinter lachte een mevrouw met de lelijkste Nikes die ik ooit gezien heb onophoudelijk naar de hond. Ik was ondertussen zo moe dat ik alleen nog maar naar huis wilde. Buiten ging de wereld voorbij in de vorm van weilanden, wegen en steden.

 

 

2 september

De troost van bomen

Later hoorde ik raven.

 

 

1 september

Frossa (links)

De pleegdochter van Joy (zie december 2013).